“Wel verdraaid” zei K-de-K. Bleek dat hij aangeklopt had en de dame hem had gezegd dat hij niet binnen mocht zolang haar man of haar zoon daar niet waren. “Binnen een half uur” had ze gezegd.
En K-de-K had daar al een half uur staan koekeloeren en het was zijn voeten gaan uithangen en hij had het op gegeven.
Maar hij mocht het niet opgeven, want er was een lek in de waterleiding en telkens de dame haar kraan opendraaide, liep het bij de benedenbuur naar binnen.
Wat denkte daarvan?