mske had bij het vertrek het obstakeltje op de voorruit wel gezien maar, zonder er echt bij stil te staan, had ze aangenomen dat het iets was dat van de grote bomen was gevallen. “Zonder er echt bij stil te staan” moet je hier natuurlijk niet te letterlijk gaan nemen, want ze reden op de autostrade.
Heel waarschijnlijk was het wel van de grote bomen gekomen maar niet gevallen, want ineens zag mske dat het bewoog. Eerst had ze nog even gedacht dat het de trillingen van de auto waren, maar toen zag ze pootjes. Ze keek beter en toen het zich draaide zag ze dat het een lieveheersbeestje was. “Zou het de druk aankunnen?” dacht mske, want stoppen was er zo direct niet bij. Het beestje kriewelde wat ter plaatse. mske zei: “we hebben een blinde passagier”. “Waar?” vroeg Slow. mske wees. “Zou het de druk aankunnen?” vroeg Slow en hij vroeg zich af of de ruitenwisser soelaas zou brengen. “Neen!” zei mske want volgens haar was dat pas echt dodelijk.
Toen ze stopten, sloeg het beestje zijn vleugelkes open en vloog weg. “Bedankt voor de rit” riep het nog bij het opstijgen.
Juffrouw Tik
31-05-2007, 20:14:35
piempompulleke
dat zijn luie maar beleefde beestjes, zo profiteren van tsanders voorruit en die ongeloofelijk stinken als je ze platdrukt, kweet, kweet da mag nie.
koenie kiplekker,die zich afvraag waarom er geen lievevrouwbeestje bestaat,groet.
http://ridder-van-de-lach.skynetblogs.be
ridder