Op het plechtige communiefeest van één van haar nichten, in het geboortedorp van haar vader, dat grensde aan het geboortedorp van haar moeder, verslikte mske zich bijna in haar tongrolletje toen één van de nonkels van de andere familietak ineens begon te zingen nadat hij zijn Normandische visschotel had verwerkt.
Te veel gedronken was er nog niet, daar kon de oorzaak niet liggen. En die nonkel bleef niet alleen zingen, neen, de ganse familie viel in. En zongen. Ze draaiden lustig hun repertoire af tot de volgende gang op tafel werd gezet. Het werd dan stil en als er ene zijn bord leeg was, zette die terug in en de anderen volgden.
“Langs ons kanten is dat gebruikelijk” zei moe toen.
mske heeft nooit begrepen waar het plezier ligt in een grote groep te gaan staan zingen, alleen onder de douche, tot daar toe, maar in groep? Iedereen zingt en er luistert niemand. Gelukkig niet, onder die douche!
Blijkbaar verliest de samenzang aan interesse want hiervoor schakelen ze over naar een kleinere zaal. Misschien kan iemand van langs moe haar kanten efkes vermelden of dat daar nog altijd gebruikelijk is …
Wat denkte daarvan?