“ompelmompelmompel diepvries rabarberabarberabarber Bofrost …” fluisterde de telefoon, toen mske hem onderbrak en zei: “Het intersseert me niet”. “U hebt toch een diepvriezer?” schrok de telefoon, alsof mske nog in het stenen tijdperk vertoefde. “Jawel” zei mske “maar ik hoef geen diepvriesproducten”. “Heeft hij toch geen zaken met wat wij in onze diepvriezer stoppen” dacht ze er nog bij.
Twee dagen later lag er een catalogus van Bofrost in de brievenbus. “Awel merci” dacht mske “doen of we ’t niet gemerkt hebben” want ze dacht er ook nog bij dat het misschien de bedoeling was dat ze reageerde.
Weer enkele dagen later schalde de telefoon, zo joviaal als een jonge puber: “Met mij, van Bofrost! Heeft U onze catalogus ontvangen?”
“Jawel” zei mske “maar ik hoefde die niet”. Zij schalde al wat minder toen mske vervolgde dat ze gezegd had dat diepvriesproducten haar niet interesseerden. Ze vroeg zich wel luidop af, waarom mske dan die catalogus had aangevraagd.
‘Dat heb ik niet” zei mske en legde de situatie uit. “Dat is de bedoeling niet” zei zij, van Bofrost, gelaten en ze excuseerde zich zowaar.
Meermin
blij dat ik je hier teruggevonden heb!