Heel lang geleden, mske zal een jaar of zestien geweest zijn, begonnen ze op een chirofeestje allemaal te roken. Je weet wel, zo van “wij onder mekaar, nu kan het”. mske weigerde. Waarop één van de andere vroeg: “of durfde ni misschien”. Dat was nu precies de verkeerde vraag om aan mske te stellen.
Op haar achttiende, op een avondje uit met haar toenmalig vriendje, liet ze zich vangen. Hij rookte, zijn zus rookte, haar vriendje rookte, de vrienden rookten, enkel mske rookte niet. En omdat ze er last van kreeg raadde haar vriendje haar aan om er zelf een op te steken, dan zou ze er geen last van hebben.
Toen kwam een periode van wel roken, niet roken, wel roken, al is mske nooit een verstokt, maar meer een sociaal roker geweest. Ze rookte Bastos, wat ze van smaak beter vond dan Belga en toen ze moe eens geld had gegeven om een farde mee te brengen en moe er zonder filter meehad is ze een poos helemaal gestopt omdat ze het sigarettepijpje dat ze van moe kreeg -als excuus voor de verkeerde aankoop waarschijnlijk, al beweerde moe dat ze het had gedaan om mske van de sigaretten af te halen- uitermate belachelijk vond.
Wanneer en hoe de overschakeling kwam, dat weet mske niet meer. Maar uiteindelijk werd groene Dumont haar merk. Het waren lange bruine sigaretten met een heel lichte muntsmaak, niet genoeg om muntsigaretten genoemd te worden. mske deed met zo een pakske van 20 wel drie dagen. Ze rookte enkel ’s morgens op het werk en ’s avond voor de TV. In de namiddag rookte ze niet.
Tot ze, op een blauwe maandag, toen ze na het ontbijt haar sigaret wou opsteken merkte dat er maar ééntje meer in het pakje zat en ineens dacht ze dat ze dat wel beu werd. Beu om afhankelijk te zijn van een pakske sigaretten, beu om telkens naar de winkel te moeten, beu omdat ze niet wist of ze wel in stock gingen zijn. Het merk was niet bepaald verspreid en mske kocht telkens een ganse farde waarop pas de volgende werd besteld. Beu was mske het! Grondig en grondig beu en ze besliste die laatste sigaret na ’t ontbijt nog op te roken en daarna niet meer.
Zomaar! Nogmaals, mske was geen verstokte roker en het lukte dus best.
Alleen begon ze na een pooske te verzwaren. Ze heeft dat in bedwang gehouden met appels eten. Kilo’s en kilo’s appels heeft mske toen gegeten. Moest ze dat nu doen, zou ze bijkomen van de appels maar in die tijd nog niet.
In het weekend zat ze ergens aan een tafeltje en een dame wat verder stak een sigaret op. Een bruine lange sigaret. mske heeft het pakske niet gezien, maar ze zei tegen Slow: “doe er mij aan denken dat ik dat aan Sloef vertel voor op ’t blog hé”. Maar Slow heeft er haar niet moeten laten aan denken. Ze heeft er zelf aan gedacht.
Kaatje
Ik heb -net als iedereen denk ik- ooit wel eens geprobeerd om te roken. Maar ik vond er niks aan, en ben er gelukkig ook meteen voorgoed vanaf gebleven.
Mijn vader rookte het merk “Life”. Nogal een naam voor een sigarettenmerk hé. Die moesten ook speciaal voor hem besteld worden, en ik heb dat merk eerlijk gezegd nooit ergens anders gezien. Volgens mij werden die speciaal voor hem gerold en in een pakske gestoken. LOL
magda
Daar heb ik nu eens geen last van gehad. Ik rookte nooit,maar mijn man des te meer,dus rookte ik passief. Gelukkig is hij er nu een dikke tien jaar mee gestopt. Maar het kostte hem zijn gezondheid , hij heeft astma gekregen.Tja !
Mijn moeder rookte van die bruine sigaretjes , niet met een mintsmaak . Zij genoot van twee sigaretjes per dag. Het was fijn haar zo zien te genieten.Haar laatste aangebroken pakje heb ik bewaard. Zij is nu 20jaar geleden overleden.