Er was een tijd dat er, buiten de wolken en een sporadisch vliegtuig, geen stofke in de lucht zat. In die vroegere tijd vertelde moe over nog vroeger en over het bestaan van luchtballons en zeppelins en over die ene zeppelin die ooit uitgebrand was en waardoor de mensen andere reismiddelen zochten.

Op een mooie zomeravond, ook al iets meer dan dertig jaar geleden, maakte mske een wandelingetje met beebieZoneke in de kinderwagen toen ze een eigenaardig geluid hoorde in de lucht. Ze keek omhoog en zag de ballon, hij vloog niet hoog en mske bleef staan kijken. Ze had de handgreep van de kinderwagen in haar rug en daardoor voelde ze die nogal abnormaal joepen. Toen ze omkeek lag Zoneke er bijna uit. Zoneke was een vief manneke en dat hij nog in de kinderwagen lag verhinderde niet dat hij op zij hielekes ging steunen en dan met zijn Q een ganse joep maakte. Dat heeft nu niks met die ballons te zien maar de herinnering van die eerste ballon en van het joepende Zoneke zitten aaneen vast.

Sedertdien zijn luchtballons weer niet meer weg te denken uit het zomerse luchtbeeld, nu niet bepaald om te reizen maar recreatief. mske had er deze zomer nog geen gezien tot ze maandag avond, wat later dan anders omwille van de hitte, hun wandelingetje maakten. Niet één maar mogelijk drie, eerste aan de oostelijke einder, de tweede aan de westelijke einder. De eventuele derde kan evenwel de eerste geweest zijn die na een landing of daling terug de hoogte in gegaan was.

Zeppelins heeft mske nog niet gezien behalve die, die aan een koordeke opgelaten worden als reclamestunt van één of ander groot magazijn.