Waar we vorig jaar al maanden lang kilometers liepen te wandelen, was het dit jaar heel wat minder. Regen als we thuis waren, zon als we op de evenementen waren, onvoorziene voorvallen, bronchitissen en wat er nog allemaal roet in het eten kon komen gooien.
Neem daarbij mijn latent aanwezig zijnd gebrek aan goesting, wegens manoeuvrerend op de rand van een dip en je snapt dat ik met een beetje ongerustheid de vakantie tegemoet ging.
Niet dat ik geen beweging genoeg had, de evenementen en mijn internet aerobicsmaatje zijn er ook nog. Maar toch, dat wandelen, hoe kon dat ooit nog goed komen voor we aan die vakantie begonnen?
Gisterenochtend stond Luc ’s morgens te printen. “Vandaag gaan we wandelen” zei hij en printte lustig. Het werd een routebeschrijving als een gazet. Zijn bronchitis was in die mate gebeterd dat hij ineens weer in de startpedalen klaar stond.
“Bijna negen kilometer” zei hij “en deze namiddag gaan we nog eens rond het Vinne”. Dat was al lang gezegd. Ik wou de lenzen nog eens uitproberen op vogels, eigenlijk liever op zeehonden, maar die zitten daar niet.
We vertrokken voor de -bijna- negen kilometer en het liep als een trein. We kregen het niet moeilijk. Het leek net of we nooit waren gestopt met wandelen.
We kwamen toch wel een zeehond tegen zeker!
(Lees verder onder de foto)Het Vinne was te druk bezocht. Maar eens wat verder van het centrum werd het rustiger en we wandelden er nog eens vierenhalve km bij. Geen zeehonden, zoals gezegd. Maar wel de -al veel gefilmde en gefotografeerde- vogels van allerlei pluimage en wat andere beestjes.
(Lees verder onder de foto’s)En natuurlijk, de stalkende dazen. Het lijkt wel of die beesten op de loer liggen tot ze mijn scheenbeen zien verschijnen om dan te brullen: “’t Eten es gerieëd!”
De foto die ik ervan nam toont niet de werkelijke schade. De foto toont een verzachte roze schijn over mijn been in plaats van de vuurrode band die zich net boven mijn afgerolde sok had geslingerd.
Al bij al is 13km en nog wat niet slecht na zo een lange periode. Hoeveel verder we nog konden, dat weten we niet maar of dat genoeg gaat zijn om er ook nog bij te klimmen en te dalen?
Kakel
Dazen zijn vreselijke beesten. Ik snap niet dat Noach die in de ark heeft meegenomen (-: Vlinders zijn daarentegen een lust voor het oog.
Matroos Beek
Blijven wandelen, het beste medicijn voor vele kwalen… Leuke foto!