Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Let! Let! LED-lampen!

Tijdens de energiecrisis van een paar jaar geleden doofden de gemeenten hun straatverlichting.

Sedertdien stap ik ’s nachts uit het bed, doe mijn pantoffels en badjas aan op het gevoel en loop op oriëntatie naar de deur, knip het licht op de overloop aan, alles in het donker om Luc niet wakker te maken. Dat gaat vlot, heel vlot zelfs.

Behalve die nachten dat mijn oriëntatie het vertikt en zegt: “Zoek het zélf maar uit” en ik in het donker voor die deur kom te staan en moet tasten naar die lichtknop en die deur zich afvraagt of dat nu ongewenste intimiteiten zijn of dat ze gewoon geapprecieerd wordt.

Ondertussen las ik wel dat her en der de verlichting ’s nachts terug aanbleef, maar in Landen bleef het donker.

Een paar dagen geleden -toch al een week en twee dagen- geleden, zie ik dat Luc me een bericht heeft doorgestuurd waarin ik kan lezen dat Landen ook ’s nachts de verlichting gaat aanpassen1 aangezien ze nu alle straatverlichting van LED-lampen hebben voorzien.

Dee voorbije nachten was er ’s nachts nog niks te zien.

Voorlopig is het dus nog altijd hopen dat mijn oriëntatie mee wakker wordt.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Kuren over muren

Dik twee jaar hing de ingelijste poster van het schilderij van “Portret van een Kleptomaan” van Théodore Géricault hier aan de muur.

Indertijd vond ik het een goed idee van Luc om de 6 bloemenkaders te vervangen door één grotere kader. En werkelijk, het zag er goed uit.

Wanneer kwam de gedachte ’s nachts bij mij binnensluipen? Ik kan het me niet herinneren. De eerste paar keren zei ik er niks van. Tot het geen gedachte meer was maar een gezeur. Ik miste de bloemen.

Luc keek maar raar op toen ik het zei. En zoals altijd werd het wat op de -middel- lange baan geschoven.

Gisteren heeft het portret de plaats geruimd voor de bloemenkaders. En het voelde een beetje aan als thuiskomen na een lange vakantie.

Het portret van “een Kleptomaan” hangt nu in de eetplaats waar hij de “Dikke Dames” ging vervangen en die laatsten verhuisden dan weer naar boven de hondenkop.

En ik zag dat het goed was. Luc zei niks … volgens hem omdat hij geen “pap” meer kon zeggen.

De wijers in De Wijers

Nu waren we wel al enkele malen bij de Abdij van Herkenrode gaan wandelen en het was ons zo goed bevallen dat we besloten dat we daar wel eens meer een wandelrondje gingen uitzoeken.

Maar nu keek Luc raar toen hij het artikel zag waarvan de titel luidde:

Wandelaars met juwelen of munten opgelet: archeologisch onderzoek aan Abdij Herkenrode in Hasselt is metaalgevoelig1

Blijkbaar zijn ze daar aan het scannen, blijkbaar is of zijn het de scanner of scanners die zo gevoelig zijn. Maar het is dan ook niet gezegd dat de ganse site metaalgevoelig is. Bij dat metaalgevoelig rekenen ze trouwens de smartphones ook nog bij.

Ach, we gingen niet gaan wandelen als we ergens na driekwart op onze stappen moesten terugkeren.

Dus gingen we maar weer naar het Domein Bovy. Daar vertrekken ook mooie wandelingen. En al is het dan geen abdij, er was wel “De Kluis”.


____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/03/17/wandelaars-abdijsite-herkenrode-archeologische-site-scans/

Het tegenoffensief

Wie had ooit gedacht dat de nasleep van de Lipitor en de achterop hoppende bronchitis aangroei van de kilo’s zou veroorzaken.

Achteraf gezien zou je kunnen denken van, ah ja, waarom niet?

Het is wel een feit dat door een gebrek aan fut drastisch was gesnoeid in de zin in wandelen en in het binnenhuisveloke. Maar toen die pijnlijke kuit opspeelde weet ik het oorspronkelijk aan de steilte van die ene berg aan de Lac d’Ailette.

Achteraf bleek dat die kuit nog steeds ging opspelen als ik verder liep dan een kleine wandeling, terwijl twee kleine wandelingen helemaal geen kuitenpijn veroorzaakten.

Wat me ook verwonderde was dat ik de eerste keer dat ik met dat binnenhuisveloke ging rijden geen verlies in snelheid noch in afstand waarnam, terwijl ik de tweede keer na twintig minuten moest stoppen omwille van, jawel, die kuit.

Ondertussen zijn we daar wel overheen maar bleek Baskuul gisterenmorgen enorm gefrustreerd en ik dus ook.

Ik besloot de buikriem aan te halen en een tegenoffensief in te zetten. Ik heb mijn eigen -streng- dieet opgesteld en hoop dat het, samen met de geplande wandel- en velokesactiviteiten héél snel orde op zaken stelt.

Marathonkijken

Sedert we onze digibox wegdeden en gewoon via app TV kijken kan het gebeuren dat we bij een nieuwe reeks, alle afleveringen ineens voorgeschoteld krijgen

Terwijl de andere kijkers dan de volgende aflevering afwachten, kunnen wij die reeks dan sneller zien. Eigenlijk vind ik dat best. Want het gebeurde ook dat, als zo twee of drie reeksen op verschillende zenders kwamen, je uiteindelijk niet meer ging kunnen volgen wie waar bij hoorde. Dat is nu simpel.

We kijken natuurlijk geen 6 of 8 afleveringen na elkaar ineens, dat is een beetje te veel van het goede. Ik denk dat we zoiets ooit eens één keer hebben gepresteerd? Of was het toch in twee dagen?

Neen, we doseren. En als de voorlaatste extra spannend eindigde durven we de laatste er wel aanplakken.

En dan moeten we een zestal weken wachten eer de volgende er aan komt.

Als er dan tenminste nog een volgende -goeie- aan de beurt komt.

Een beetje opgeblonken

Gisteren was het koers op de TV, de Ronde van Vlaanderen, dé wielerhoogdag in onze contreien. Ik heb niet gekeken.

Eerlijk gezegd vind ik er nog weinig aan als het altijd dezelfden zijn die winnen. Ik hield meer van de koers in de tijd dat het nog niet zo georkestreerd was.

Ach, er zijn mensen die ontgoocheld zouden zijn als geen van de favorieten wint, ik krijg al een vieze smaak in mijn mond van het woord “favorieten” alleen al.

Neen, ik keek niet, al hield Luc me wel op de hoogte. Ik heb me bezig gehouden met foto’s sorteren en ik heb me er mee geamuseerd om ze dan maar allemaal op “In Beeld” te zetten. Dat doe ik anders niet.

Nu wel, ik had tijd te over.

Thuis als tussendoortje

We waren nog maar goed een paar dagen terug van Le Lac d’Ailette toen Luc me vertelde dat hij bij Sunparks in Mol een erg verleidelijke last minute had gezien, drie dagen, twee nachten en ik keek bedenkelijk.

Niet omdat we iets tegen Sunparks in Mol hebben, integendeel, we zijn er haast elk jaar in september te vinden, ook met een last minute, maar de laatste jaren altijd in het hotel.

Maar nu, nu waren we pas thuis, in mei staat de midweek voor Lucs verjaardag gepland en we hadden toch al eens geopperd dat we even goed van hier naar Mol kunnen rijden als we er willen wandelen.

Maar toch, het kriebelde. We besloten uiteindelijk het toch maar niet te doen.

Tot Luc de volgende ochtend bij het ontbijt zei: “Ik ga mijne voet in de pla zetten, ik wil naar Mol”.

En we gingen … van vorige woensdag tot vorige vrijdag. We gingen er een echte wandeldriedaagse van maken want met alle strubbelingen sedert het begin van het jaar was de fysiek nogal aan verbetering toe. Na ons verblijf bij “Het Meerdal” was er van wandelen niet echt veel meer in huis gekomen.

Het was niet in het hotel, maar in een huisje. En toen ik er binnenging liep ik door die deur elf jaar terug de geschiedenis in. Dat huisje is nog precies zoals we het bij onze eerste keren De Haan en Vielsalm -toen nog Sunparks- hadden aangetroffen.


En we hebben gewandeld. Kortere wandelingen maar dan meer dan één per dag. Het is eens iets anders, want bij die kleine wandelingetjes vind je ook wondermooie stukken.

En bovendien, heb je gezien welk weer we hadden?

Manon

Er was een tijd, nog niet zolang geleden, aangezien ik het nog meemaakte, dat je je kind niet eender hoe kon noemen. Neen, de regel gold dat je het kind naar een heilige vernoemde, helemaal of afgeleid, maar dat het wel een goeie christelijke naam moest zijn.

Ik heb dus ooit raar opgekeken toen ik de eerste keer de naam “Manon” hoorde. Ik was de leeftijd voorbij dat ik uitleg vroeg aan mijn moeder, de ervaring had me geleerd dat dat fout liep, maar toch kon ik me niet laten op te merken dat ik “Manon” wel een mooie naam vond. Waarop ze natuurlijk sneerde dat we bij ons Vlaamse namen gaven.

Met zekere verwondering lees ik nu over mensen die namen hebben die van ik weet niet waar komen en vraag me af wanneer die ommekeer zich eigenlijk heeft voorgedaan.

Ik ben er niet tegen. Ik weet nog wel dat mijn moeder ook steigerde toen de eerste “Merel” het licht zag, maar ik woonde toen -gelukkig maar- niet meer thuis, want ik vond het wél mooi. De opkomst van de naam “Wolf” vond ik dan wel mooi maar toch iets minder geslaagd.

En ik herinner me nog dat mijn vader zijn hoofd schudde toen iemand zijn zoon “Ingvar” ging noemen. “Hoe is het mogelijk?” vroeg hij zich af. En hij ging verder met: “Ons Ingvarken gaat morgen naar school” of zoiets onbenulligs. Met de naam Sven heeft hij dus geen problemen gehad al had mijn moeder daar ook weer bezwaren tegen.

Daarna kwam een resem hip aandoende voornamen die ik echt kitsch vond. En neen, ik ga ze niet noemen. Een kind heeft geen schuld aan de naam die het draagt.

Manon dus, waarvan de naam Maria een afgeleide is of andersom. Had ik het jaren geleden geweten -of opgezocht- zou ik zelfs overwogen hebben mijn naam te laten veranderen.

Nu niet meer, er lopen er al te veel mee rond.

Kitscherig mooi?

Op de bovenste plank van de glazenkast in de eetplaats staan drie oude porseleinen zaken waarvan er een paar, volgens mijn moeder dan toch, nog van mijn grootmoeder zijn geweest. De andere zouden van mijn groottante Fin gekomen zijn. Wat waar is of niet waar is? Of welke? Geen mens kan het me nog vertellen.

Maar dat ene oude koffiezjatteke, dat komt wel degelijk van mijn grootmoeder. Dat heb ik ooit bij haar nog gezien.

Maar daar ga ik het niet over hebben. Wel over het oude eierdopje. Ik zette het maar bij in de kast, al vond ik het er nu niet bepaald bij passen. Het doet wat kitscherig aan.

Op onze laatste rommelmarkt liep ik, zonder kijken, voorbij andermans stand en, zoals me vaker overkomt, leek het me wel te roepen. En ik dacht: “Heb ik dat nu weggedaan? Of staat dat nog in die kast?”

Ik pakte het op, bekeek het van alle kanten en jawél, gewoonweg hetzelfde eierdopje. Zou ik …

“Hoeveel vraag je voor het eierdopje?” vroeg ik. Ik ding nooit af, maar dat hoefde niet. Van 1€ gaan afpingelen, dat is me toch een ietsje té erg. En ik vertelde over de twijfel of ik mijn eierdopje nog had. Ze vertelde dat het exemplaar dat ik in handen had van haar schoonmoeder was geweest.

Luc zocht en vond een site van een verzamelaar1 waar het eierdopje in kwestie staat vermeld als “Japans porselein” en vond ook wat gelijkende oude eierdopjes die een ietsje -veel- meer dan 1€ kosten.

Als ik ze echt goed bekijk zie ik dat ze dan wel hetzelfde zijn, maar blijkbaar handgeschilderd omdat er toch een ietsiepietsie afwijkende -zij het minuscule- verschillen te zien zijn.

Voor 1€ koop je dus wel meer dat een porseleinen eierdopje. Je krijgt het plezier van het opzoeken en bovendien nog een log op de koop toe.

Nu staan de twee eierdopjes samen wat kitscherig in de kast. En wonder boven wonder vind ik ze nu eigenlijk wel bij het geheel passen.

____________________
1 Ad’s eierdopjes verzameling

Ter vergelijking

Hoe linken werken in een mens zijn hersenen, ik weet het niet. Dus weet ik ook niet vanwaar ik ineens de verzuchting slaakte: “Weet je waar ik nu eens zin in heb? In een sigaarke” waarop Luc me met grote ogen bekeek en ik hem snel geruststelde door te zeggen dat het wel de koekskes waren die Broer en ik “sigaarkes” hadden genoemd en die Luc dan snel opzocht en zei dat ze eigenlijk Russische sigaretten heten”.

Bestonden die eigenlijk nog? Efkes googelen leerde me dat ze momenteel zelfs, met korting, in de Carrefour te koop staan, zomaar twee kopen + 1 gratis.

En terwijl we daar dan toch in de buurt waren bij die Quick, zijn we in de Carrefour binnengestapt en hebben ons drie dozen meegebracht, maar ook nog een doos van het huismerk, dit gewoon om te vergelijken.

We hebben die van het huismerk in de auto al geproefd en om zeker te zijn dat het lekker was nog een tweede en daarna nog een derde om alle twijfel weg te nemen.

Waarop Luc ’s avonds hier thuis, naast de tafel verlekkerd naar die dozen koekskes stond te kijken en vroeg: “En wanneer is de vergelijking?”

En na die moelleux en die drie Russische sigaretten hoorde ik Baskuul kreunen.

“Ik moet er eerst nog een foto van nemen” zei ik en wist dat de inhoud veilig was zolang die dozen niet geopend werden.


Page 1 of 1198

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén