Als het leven je opzadelt met iets dat constant je denken beheerst kan het gebeuren dat je uit bed komt en zegt: “Ik ga aan ‘de grote kuis‘ beginnen”, je lief met stoel en al tegen het plafond springt en vraagt: “de zolder ook?” Ja, de zolder ook. Al wordt dat met tal van argumenten en tegenargumenten uit mijn hoofd gepraat. Een écht doorslaande argumentering. Hij vroeg namelijk: “De zolder óók?” op een erg lugubere toon. Niet dus.
Ik begin dus maar met de slaapkamer en als die klaar is bekijk ik de volgende plaats die eigenlijk de kleedkamer zou moeten voorstellen maar waar nu tijdelijk ook Lucs platen staan. Hij is druk bezig met die te beluisteren en uit te sorteren wat weg kan en er een prijs op te plakken. Ik sla de dressing voorlopig over.
Ik ga naar de gastenkamer en beslis dat ik ook daar eerst moet uitsorteren. Er staan nog de bakken met puzzels en spullen van toen de kleindochters hier nog regelmatig een weekend waren. Bovendien staan er ook nog de plooiboxen met wol die ik tijdens corona kocht en die daar nà corona werkloos zijn blijven staan. Wat ga ik daarmee doen? Heb ik zin om daar ter plaatse in een bevlieging te gaan beslissen wat ermee moet gebeuren? Of ook maar tijdelijk overslaan?
De boekenkamer? Zelfde probleem.
Ik besluit dan maar die kamers één per één aan te pakken nà de grote kuis als een achterafke zeg maar.
Zo gaat het snel natuurlijk, al blijft er dan van een grote kuis niet veel groot over.
Uitgelichte afbeelding:Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).