Dat die mannen tekenden op muren en deurkasten, als waren ze in een nieuwbouw, dat ze nagels afpitsten die wegsprongen of deurlijsten bevestigden met een schieter waar je achteraf aan de uitstekende pin bleef hangen, dat zijn dingen waar je geen historieke rond schrijft.

Maar dat de klungelman het verstond om minder dan een uur nadat Slow de drie laatste, in de plaatselijke doe-het-zelf, voorradig zijnde kelderlichten had gehaald, er al één kapot te laten vallen …

Drie omdat hij had geopperd dat ze in het kruipkotachtig kelderke toch geen licht nodig hadden aangezien dat van de andere kelder er ging binnen schijnen en hij dan het licht tegen de overliggende muur plaatste in plaats van boven de diepvriezer zodat er helemaal geen licht scheen in de duisternis van het kruipkotachtig kelderke …

De leukste, bij manier van spreken, want Slow had bijna een toeval gekregen toen hij het merkte, was het volgende.

Sedert de aanvang van de werken op vijf november hadden die mannen zich geërgerd aan het feit dat het badkamerraam nog moest vervangen worden, maar dat was pas gepland op 17 december. Dat die pas kwam op 27 december speelt geen rol, want tegen die tijd hadden we al begrepen dat het een zaak van lange duur ging worden.

Op het ogenblik dat dat raam er in stond, besloot die installateur dat hij de ramen later ging komen opspuiten, wat hij dus pas vorig weekend heeft gedaan, en in afwachting had hij er, voor dat raam van de badkamer, onze opneemvodden ofte dweilen tussen gestopt die hij in het voorraadkamerke had gevonden.

mske vroeg zich af wat die aannemers in ’s hemelsnaam op andere werven deden, nieuwbouwwerven wel te verstaan, want hier waren ze al met de emmers, de ladders, het vuilblik en nu dus ook de dweilen weg.

De eerstvolgende keer dat de elektrieker kwam voortdoen ging Slow, nadat ze vertrokken waren naar de badkamer, kwam terug en zei: “die heeft dat raam van de badkamer dicht gemaakt … en die dweilen zitten er nog in!”

pske van mske:

    ● Dat raam is hij dan wel speciaal eens komen opspuiten, zodat we onze dweilen konden recupereren en wassen.

    ● Hij heeft ons ook een nieuw vuilblik gekocht, maar we moeten dat niet hebben; dat is zo goed niet als dat van ons was.