Tijdens het weekend, waarover later meer, belde Zus en zei: “mama, ik heb raad nodig; ik heb nét weer een telefoontje gehad van … maar dit keer heeft hij iets ingesproken op mijn gsm. Hij zei dat hij vanmiddag alleen thuis is en dat hij het dan gaat doen. Wat moet ik daarmee?”

En mske zei: “maken dat je bij de politie bent”.

Dat is nu zes maanden. Aanvankelijk bleef het bij smskes die bedreigend waren in die zin dat hij telkens wist te vertellen dat hij haar eens ging opwachten op de parking van het station. En mske zond Zus naar de politie die niets konden doen. Later liet hij haar weten dat hij naar zijn pa ging verhuizen. Die pa is al enkel jaren overleden. Net gedurende het weekend dat Zus met Slow en mske aan zee was, na drie weken stilte, kwam het bericht: “is twee weken kliniek nog niet genoeg?”

En toch wou Zus daarmee niet meer naar de politie gaan omdat ze vond dat ze haar tijd en die van de politie verdeed.

Deze keer ging ze toch. Terwijl ze daar was kreeg ze het smske: “oeioeioei, mamaake opgebeld?” En die politiemensen zijn er dan maar eens naar toe geweest. Maar nu zou Zus niets meer mogen horen want anders moet ze klacht neerleggen. Het was ’s namiddags al goed fout, want hij stuurde een smske van op iemand anders’ gsm, waarvan de bestemmeling niet Zus was, maar dat toch bij haar terecht kwam.