Woensdag was het! De dag dat mske goed gezind was en naar de kapper ging en een zwempak halen als nieuw begin. Maar als nieuw begin kreeg ze eerst een vervolg van het oud begin.

En mske is gemeen geworden. Abnormaal gemeen. Dat is niet haar stijl.

Ze was dus nog maar eens heel goed gezind opgestaan en voor ze naar de kapper kan vertrekken gaat er iets mis. Ze belt op en legt uit wat er mis is en die trut begint haar uit te maken. Maar dan echt. Niks klant is koning.

En mske kreeg ineens zoiets over zich van: “ah neen hé, nu is ’t genoeg geweest!”

En ze zei: “Awel madam, ik weet niet hoe oud je bent, maar ik wens je op je 50ste net hetzelfde als wat ik nu meemaak”. (Eigenlijk wenst ze dat aan niemand niet maar soit).

En die vrouw haperde zo efkes en zei héél verontwaardigd: “Awel, das vriendelijk zie! Ik hoop dagge nen goeien dag hebt, ik geloof dat ik niet verder wil klappen” en ze gooide de telefoon dicht!

En mske heeft gejankt! Gejankt! Omdat ze zich weer geaffronteerd voelde!

Ik weet niet wat dat voor een mentaliteit is de laatste tijd hé!

Ze heeft al jankend naar Zoneke gebeld. Ze is al jankend naar de kapper gereden. Onderweg ging dat over en was ze zo wat verdoofd precies. Ze hoorde de radio niet en ze hoorde niet wat Slow zei.

Bij de kapper dacht ze: “verdomme, ik had gelijk!” En toen ze onderweg waren om dat zwempak te kopen dacht ze dat ze zeker gelijk had en het weer zou doen, want uiteindelijk accepteert dat mens door haar reactie dat mske in een erge situatie zit maar kakt ze haar toch onder”.

Tegen de avond aan betrapte mske zich erop dat ze er plezier in had! Plezier omdat ze uit pure gemeenheid die arrogante trut haar toot gesnoerd had. mske denkt dat die allemaal een cursus volgen: “hoe blaf ik klanten af?” Wel, op mskes repliek had ze het antwoord nog niet geleerd. En mske was gemeen geweest en voelde zich er goed bij.