De man stapte uit en de vrouw bleef ongeïnteresseerd in de auto zitten. De man kwam binnen en zei: “ik kom efkes de kapbeurt voor mijn vrouw betalen. In de spiegel zag mske een tiep die je zo 12,5 eurocent zou geven -ah ja, want vijf frank bestaat niet meer- maar met een air van “ik-zal-je-gaan-hebben”.

“En” vroeg de kapper “hoe staat het met Stationsplein?” En de air van die kerel werd een ganse spuitbus toen hij zei: “dat gaat vooruit maar je begrijpt wel dat ik daar niks mag over zeggen”. “Zoals het nu is kan het niet blijven” gaf de kapper toe. Natuurlijk niet, de parking van het Station is één grote verschrikking.

“Kijk” zei de man “de mensen komen niet naar hier om te shoppen, ze gaan liever naar de twee grote steden”. De kapper zweeg en keek bedenkelijk en mske dacht dat hij waarschijnlijk, net als zij dacht wat dat nu te zien had met het Stationsplein. “Ja” ging de man verder “de ganse Stationsstraat moet veranderen, dat moet hier worden zoals de Meir”. En mske zag de kapper bedenkelijk kijken in de spiegel

En mske had zin om te brullen: “Nééééééééééééééje! Omhooggevallen, scheefgedraaide achterwetse veurrewetsover! De Meir dat is in Antwerpen!”

Dit is zo een pittoresk klein stadje en zo een pretentievent wil er de Meir van maken! Als hij dan telkens achteraf moet gaan betalen als zijn vrouw iets koopt!