• “Ik vind dat jij en ik eens ergens moeten afspreken om het uit te praten” zei hij, want hij was van het soort dat alles moest uitpraten.
• “Ik zie niet in dat dat nog nodig is” zei mske.
• “Maar als je met iemand een probleem hebt moet je dat echt uitpraten” verklaarde hij.
• “Toen het er voor mij iets toe deed, heb je je van mij niets aangetrokken” zei mske kil.
• “Maar ik ben nog een kind, ik ben pas 18 en weet niet beter en we moeten dit echt als volwassen mensen oplossen” klonk het antwoord.
• “Voor mij is het opgelost op de beste manier dat het maar kon” zei mske “het ganse zaakske is van de baan”.
• “Maar hoe moet ik daarmee nu leven?” vroeg hij.
• “Leer het” zei mske “ik heb dat ook gedaan”.

En terwijl ze de hoorn oplegde hoorde ze hem nog “maar, maar, maar …” zeggen.