Het begon al goed, gisterenmorgen, Luc moest naar de dokter -eigenlijk de verpleegster- om een 24-uurs bloeddrukmeter. Die afspraak was om tien uur ’s morgens. En we moesten nog inkopen doen voor de volgende evenementenronde en dat terwijl de auto ’s avonds binnen moest voor onderhoud en dat we die pas vanavond terug gaan hebben.

Ik besloot dus maar mee op te staan. Ik ben al geen ochtendmens en neem daar dat zomeruur nog bij … Gelukkig is onze douche weer pico bello in orde. Ik kwam dan wel niet op mijn stralendst aan het ontbijt -ochtendhumeur nog daargelaten- maar het was toch doenbaar.

Eens die bloeddrukmeter aan zijn arm zat, zei Luc: “Poeh! En dat 24uur. Dat zal plezant worden”.

Bij het siësten -jaja, de ouwetjes doen van tijd tot tijd een siësteke- ging dat ding krrrrrrt doen en het pompte mijn hoofd een halve meter omhoog. Ik opende één oog. Luc sliep verder. “Pfffffffft pfft pfft pfft” ging het dan weer en mijn hoofd zakte weer. Ik heb me maar omgedraaid.

Maar! Wat ik had verwacht gebeurde. Die bloeddrukmeter is van Lucs arm gevallen. En wel tijdens het slapen. Jawel, zomaar paf deraf!

Dat zei Luc toch toen ik na het slapen mijn opwachting maakte. We kregen die daar toch niet meer aan zeker. Die velcro liet los telkens dat ding krrrrrrt ging doen. Dat ik wat kinderachtig vertel komt doordat ik de term: “zichzelf opblies” niet wil gebruiken.

Luc is terug naar de verpleegster gereden.