Daarnet zijn zware onlusten uitgebroken op ons binnenkoerke.

Toen Slow ging kijken omdat de achterdeur open stond, zag hij pluimen. Pluimen? Van konijnen? Neen, van een duif.

Een doodvermoeide reisduif had het gewaagd neer te strijken op het domein van de konijnenclub en Rampetamp deed zijn naam alle eer aan. Hij roffelde een serieuze rampetamp en viel de duif aan. Dus bedacht mske dat ze al niet verder moesten zoeken naar de oorzaak van de drie geknakte pluimen voor de deur.

En mske pakte de duif. Het beste ware natuurlijk geweest dat het beest op zijn gemakske kon bekomen, wat eten en wat drinken en dan op eigen kracht de tocht naar huis weer aanvatten … maar ja … Rampetamp.

Wat nu gedaan. En mske en Slow weten hier geen enkele duivensjapper … euhm, duivenmelker in de buurt en opzoekingswerk naar het dichtstbijzijnde duivenlokaal bracht ook geen oplossing.

Om kort te gaan, er is geen duivenlokaal meer maar wel een duivensjapper die ze vonden via de brandweer. En die man gaf dan het adres van iemand die verloren gevlogen duiven opving en ze aan hun eigenaar terug bezorgde.

Gelukkig maar, want mske had al dikwijls van haar ex-schoonvader gehoord dat zulke eigenaars soms niet willen betalen voor het reisticketje van hun duif en dan zeggen dat “je ze maar moet dooddoen”. Poeh!

Bij deze worden alle reisduiven vriendelijk uitgenodigd niet meer te landen op het territorium van Rampetamp, want mske ziet haar nog geen bord ophangen met: “Opgepast, gevaarlijk konijn”.