Er was een tijd waarin er slechts twee kleuren waren aan een verkeerslicht namelijk rood en groen. Maar omdat de overschakeling zo snel ging, werd er oranje tussen gefoefeld, zodat iedereen ruimschoots de kans zou krijgen om tijdig te stoppen. En wat doen ze nu? Nu moet je al voor ’t oranje stil staan want als je dat niet doet en het duivenkotje achter je heeft het gezien … kassakassa hé!

Moet je eens van St. Truiden naar Hasselt rijden. Aanrader! Het is groen, groen, groen, groen en Slow en mske komen er aan en vlak voor hun gezicht … oranje! Er zijn twee mogelijkheden. Of … ze rijden door, of Slow slaat alles dicht.

Slow slaat dus alles dicht waarbij mske in haar gordel geprangd naar voor vliegt en weer terug in haar zetel valt en zegt: “ist plezant jà?” En mske let beter op, ze zoekt naar de verkeerslichten voor de voetgangers bij de volgende, maar die zijn er niet en Slow ziet dat het groen, groen, groen, groen is en hij vertraagt, want zo lang groen dan moet het wel, of toch niet, ofwel, neen toch ni … en … “lap” oranje. De auto slaat zijn achterste uit, mske eurcht in haar gordel.

mske zet haar twee voeten stevig tegen de voorzijde, kantelt haar bekken een beetje, grijpt het handvat en … nu ja, elke keer praktisch flasjt dat oranje licht net voor die oude ford.

Op een dag reed Zoneke, want die zijn auto is groter en ze gingen voor mske die schommelstoel halen en ze naderden het licht en Slow zei: “let op, want …” en Zoneke reed door het groen. En allemaal bleven ze groen en in het naar huis komen ook.

Sedertdien zijn Slow en mske er zeker van dat dat een kwestie van discriminatie is! Ouwe grijze fords moeten stoppen!