Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Terugblik

Soms lees ik wel eens over mensen die vertellen wat ze zich het meest beklaagden in hun leven. Ik dacht altijd dat ik me niets bekloeg, dat de beslissingen van toen de beslissingen van toen waren en moesten blijven.

Bij een reactie op het eigen blog, gisteren, bedacht ik ineens dat ik sommige beslissingen wel degelijk niet had moeten nemen, dat ik niet had moeten instemmen met wat een ander vond dat ik zou -het was geen moeten- doen of net niet doen.

Dat ik meer mijn -figuurlijke- middelvinger (?) had moeten opsteken. Figuurlijk jà, omdat ik dat in het echt niet zou doen. Ik deed het ooit wel, misschien één of twee keer, maar dat waren uitzonderlijke gevallen.

Gisteren in de reactie, ging het over skiën. Ik kan niet skiën, langlaufen deed ik wel, maar ik kom niet op latten van een berg. Dat leerde ik niet en zal het waarschijnlijk niet meer leren. Maar, indertijd, ik was 17, kon je met de CM op vakantie en op die leeftijd kon je kiezen: zomervakantie met de trein of wintervakantie met het vliegtuig. Ik wou skiën.

Mijn moeder besliste. Het werd zomervakantie met de trein, dat was het goedkoopste en ze vond dat ik niet altijd het duurste moest willen. Me thuis houden? Daar was geen sprake van, dat zou maar klap geven, want iedere rechtgeaarde CM’er liet zijn kinderen op CM vakantie vertrekken.

Eerder had ik, omdat mijn broers en zus naar de muziekschool gingen als hobby en ik dat niet kon omdat de stuipen me op mijn negen maanden op mijn vingers geslagen waren, geopperd dat ik misschien paardrijles kon volgen. Tja.

Moest ik daartegen ingegaan zijn? Dat kon ik niet. Dat is zo als je compleet onder de invloed van iemand zit. Er moet eerst afstand komen eer je dat kan. Bovendien, ik was rap content. Is dat soms mijn probleem? Dat altijd content zijn?

Veel -maar dan echt veel- later was er nog zo een voorval.

We waren in Chamrousse in de zomer.

Er waren uitstappen te paard en daar kon je eerst een initiatie paardrijden krijgen.

Ik wéét wel dat je daarmee niet echt leert paardrijden maar ik ging er van uit dat die paarden mak genoeg waren om geen problemen te geven. Mijn ex vond dat dat niet kon. Je kan niet verwachten dat je met een paard een toertje gaat doen zonder dat je kan paardrijden. Ik denk dat je enkel moest leren om niet van dat paard te vallen. Simpel.

Ik deed het niet. Als iets zo wordt voorgesteld alsof ik achterlijk ben en me wordt voorgehouden dat eventuele nefaste voorvallen mijn eigen schuld zal zijn, dan haak ik af.

Dàt zou ik nu niet meer doen.

Nu nog leren? Nu zijn de paarden te hoog (lees: ik kan te laag vallen).

Daarom komt er nu toch het logje voor morgen, het staat al een week of zo in afwachting en is een twijfelgeval. Nu denk ik: “foert, het is mijn blog”.

Daarom ook in de tweede zin van dit logje een dikke -figuurlijke- middelvinger voor de niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die het gebruik van de sterke werkwoordsvormen afkeurt.


Stilstaand beeld uit een opname van Luc: “Terugblik op Goatfell”

Previous

Feest van vrede

Next

Gelijkheid in het ongelijke

12 Comments

  1. Mooie foto van Luc.
    En ja, herkenbaar, ik heb vele dingen niet gedaan omdat men mij aanpraatte dat het mij toch nooit zou lukken… waardoor ik ook overtuigd raakte dat ik daar niet voor in de wieg was gelegd… dingen waar ik nu echt spijt van heb.

    • ms

      Gisteren kwam de vraag nog eens op de proppen op TV ook: “Wat als …?” Ik probeer me dat niet af te vragen. Het kan toch niet meer veranderd worden.

  2. Ik heb min of meer hetzelfde meegemaakt destijds bij mijn ouders. Mijn moeder besliste zowat in mijn plaats wat ik wel of niet kon. Ik denkt dat dit in vele gezinnen zo was. De huidige jeugd is veel mondiger en dat is op dat gebied maar beter zo.

    • ms

      Op slechte ogenblikken denk ik dat het mijn leven vergald heeft. Op goeie ogenblikken denk ik dat ik niet anders zou willen.

      Er zijn de zaken die ik nog zou kunnen veranderen zoals dat skiën en dat paardrijden.

  3. Er zijn zoveel dingen waarin we tegen gehouden zijn vroeger. Daar lig ik niet meer wakker van omdat ik mijn leven nu veel beter vind dan dat als kind. Alleen mijn opgroeigezin zou nog hocus pocus mogen verdwijnen …

  4. Ik kan mij niet herinneren dat wij als kinderen ooit iets echt opgedrongen kregen thuis. Ja, muziekschool was een must en wij wisten niet beter want dat hoorde destijds gewoon bij de opvoeding. Als we voor iets kozen (jeugdbeweging bijvoorbeeld), dan moesten we dat wel tenminste een jaar volhouden, ook al vonden we het niet plezant.

  5. Van mijn ouders, verdere familie, vrienden en kennissen had ik geen last. Al snel begrepen ze dat ik graag m’n eigen plan trek. Mocht dat dan ook allemaal zelf bekostigen, want mijn ouders waren verre van rijk. Ik had dus snel een zaterdag- en diverse vakantiebanen. Ik betaalde daar kostgeld van (m’n ouders hadden het echt niet rijk) en met de rest kon ik doen wat ik wilde. Zo ben ik een keer via wat jeugdherbergen naar Praag gefietst toen dat nog achter het ijzeren gordijn lag. Van tevoren had ik daar niet veel van verteld, maar ze wisten wel dat ik een visum in Den Haag had gehaald. Bij terugkomst vonden ze het fantastisch en zelf had ik er zeker geen spijt van.

    Met wintersport had/heb ik totaal niets, dat is me veel te koud. Toch heb ik wel een keer geskoien op een heuvel van 80 m hoog in Indiana (bij Chicago). Ik was er voor m’n werk en een collega was een echte Franse Alpen skier. Je kon er alles huren en er waren 8! sleepliften naar de top van het heuveltje. De sneeuw was opgespoten en het was er toen 15 graden C boven 0. Dus zag je mensen in korte broek op de piste. Mij lukt het aardig en ik scheen er aanleg voor te hebben. Een week later was het er weer de gebruikelijk -20 en dan heb ik er echt geen trek in. 😉

    • ms

      Daar was bij ons allemaal geen sprake van. Ik zou me ook nooit verzet hebben. Bij ons thuis heerste een kolonelsregime.

      Wij kwamen ooit in Lapland aan bij -5°. Die mensen zegden dat het te warm was, dat je te snel ging zweten als je iets deed.

      De daaropvolgende dagen zakte de temperatuur tot we twee dagen met -20° kregen. Dàt was koud! Dat doet echt fysiek pijn.

      Toen werd het weer -5° en zegden wij tegen elkaar dat het toch te warm was.

      Temperatuur is een zaak van warme kleding en gewenning.

  6. elsjeveth

    Van moeder moesten we op orgelles. Het was vreselijk. Niets geleerd derhalve. Mijn vader greep in en voerde de democratie in wat betreft de hobbykeuze van zijn dochters.

    • ms

      Ze hebben me ooit wél naar die muziekles gestuurd. Het enige wat ik er leerde was noten lezen, want zingen kon ik ze niet en spelen ook niet.

      Ik had dus geen hobby. Ik las en herlas wél de boeken die ik had, want nieuwe kreeg ik er niet bij.

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén