Vervelende dingen … erg vervelende dingen, die rollen breed plakband. Ze hebben er vanmorgen al een ganse oorlog mee uitgevochten.

Ze hebben hier nog zeven sleutels van de dikke klant en mske wou die op een blad plakken zodat die niet zouden verloren gaan. Ze neemt het omgeplooid hoekske van de rol, trekt een riejep los en snijdt die af en pardaf … dat uiteinde slaat tegen de rol. mske grommelt wat en Slow zegt: “je moet daar een hoekske van omplooien. “Hm” zegt mske “gemakkelijk gezegd als je met je twee handen dat plakband vasthebt”.

Slow komt bij mske staan. En mske peutert dat uiteinde los, doeft de plakband tégen het buro en snijdt het volgende stuk er af. Slow kijkt toe. mske kleeft de twee volgende sleutels vast. “Doef” doet de rol plakband als hij door zijn gewicht van het buro tuimelt … dat uiteinde slaat tegen de rol. mske foetert wat af en zeker als Slow zegt: “grote smeerlapperij, die dingen, gooi die toch gewoon weg”. “Niks van” zegt mske terwijl ze peutert en peutert en peutert. “Misschien kon je wel efkes helpen” zegt ze nog.

Slow haalt een andere rol uit de kast en trekt daar een riejep af. Die scheurt op het einde in de helft … dat uiteinde slaat tegen de rol. “Grote smeerlapperij, die dingen” zegt Slow weer. “Verdorie” zegt mske “nu heb ik nog vergeten om boven die sleutels te schrijven van welke deuren die zijn”. Ze trekt een stuk terug los en herkleeft dat, ze schrijft daar mooi de naam boven. Het tweede stuk dat ze los trekt slaat dubbel. “Kom” zegt ze tegen Slow “geef me nog maar een stuk”. Maar die staat nog aan die tweede rol te peuteren.

De sleutels zijn op dat papier gekleefd geraakt. De rollen? Die liggen alletwee zonder omgeplooid hoekske terug in de doos.