“Allé mske” zei ik vanmorgen “zeg es iets”. “Och” antwoordde mske “zet er maar ene van Wiet op, ik heb er geen zin in”.

Nu nog hé, nu moet ik weer een beetje aanporren en mske haalt haar schouders op.

Eigenlijk is het wel waar, eigenlijk is het altijd al waar geweest. Als ze iets willen, dan is de eerste bel om aan te bellen bij mske. En nu?

“Ik zou”, “ik wou”, “ik kon” maar niks reëels.

Als ik mske was, zou ik een briefke ergens hangen voor als er ene hulp wou, dat ze niet mag vergeten te zeggen dat ze ook niet kon.

Niet dat mske iets vraagt, ze zeggen het zo wel …