Als je bij mskes grootmoeder op de zolder ging, dan stonden daar kistjes op een rij. Allemaal kistjes met daarin bonen. Witte bonen.

mske hield ervan om met haar handjes die bonen te pakken en ze zo door haar vingers te laten glijden. Gladde glijdende bonen die een leuk geluid maakten als ze weer in het kistje vielen.

Grootmoeder sorteerde die op grootte en liet die daar drogen om dan in de winter soep van te maken.

De soep van die hele dikke bonen die had mske het liefste … misschien wel omdat grootmoeder dat “dikke-tenen-soep” noemde.

Slow gaat ook eens dikke-tenen-soep maken. Ook met een stukske vlees er in of was dat een varkenspoot?