Als de deur, die niet goed dicht gaat, niet goed dicht is, dan rits ik de gang in. Als de deur van de slaapkamer dan open staat, dat loop ik op de slaapkamer. Slow heeft dat niet zo graag. Vóór Slow er was mocht ik wel op de slaapkamer. “Vroeger mocht hij wel op de slaapkamer” zegt mske. “Jamaar dat haar …” pruttelt Slow. “Sloef gaat niet op het bed liggen” zegt mske. En dat is juist. Zolang mske niet op mijn bed komt liggen ga ik niet op het hare liggen.

“Hij wil gewoon door het venster kijken” zegt mske nog. “Hier zijn ook vensters” zei Slow.

En daar moesten we dan mee lachen, want Slow gaat ook boven door het venster kijken om te zien of er in de zaal iets te doen is omdat we van hier beneden niet over de legummenhof van de overbuur kunnen zien.