Toen Zus tweeënhalf jaar oud was besloot mske terug te gaan werken. Halftijds dit keer, omwille van Zus en Zoneke. Ze vond werk in een kleine firma en voelde zich daar thuis, alhoewel de baas een fisapapa was.

Hij gaf werk en toen het klaar was veranderde hij alles zodat het helemaal herbegonnen kon worden. Zijn uitleg was dat het wijze mensen betrof die hun mening konden herzien.

In één van zijn botte buien gooide hij, tijdens het weekend, zijn tas koffie naar het hoofd van zijn vrouw, die als straf het ganse lokaal kon herverven zodat het personeel het niet zou zien. Als er iets fout liep met een te laat aangekomen container, wat altijd kan gebeuren als je afhangt van grote oceaanstomers, brulde hij dat horen en zien vergingen en stampte met zijn voeten op de grond en brulde als een overjaarse peuter.

Het personeel was niet bang van hem maar had moeite zich te beheersen als hij één van die buien kreeg, zeker als hij daarbij nog uitriep:

“Ikke ben hier de baas”.

mske vond hem op zulke momenten heel erg op het Prinske van Liegebeest lijken die riep: “Ik wil oorbelleeeeeuuuuu”.

Toen er een nieuwe collega begon, die ook snel doorhad welk vlees hij in de kuip had, verwittigde deze iedereen bij een fiasco en zei: “Opgepast, het opperooft komt de regendans doen”. En dan moest je zien je gezicht terug in de juiste plooi te krijgen vóór hij de deur opengooide …