Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

24 december (Page 1 of 3)

Vredige kerstdagen


Er was een tijd dat ik bovenstaande banner wel elke kerstmis op het blog zette. Ik ben ermee gestopt toen er commentaar op kwam. Men vond dat ik die wens niet mocht beperken tot de mensen van goede wil. En ja, misschien kon er beter staan: “Vrede op aarde aan alle mensen op aard”. Die van slechte wil vallen dan ook sowieso uit de boot.

En ik probeer dat verschil ook niet meer uit te leggen. Ik heb al lang genoeg geleefd om te weten dat een mens nooit voor iedereen kan goed doen.

Nu mijn vroegere hoop op blijvende vrede is gesmoord, zie ik het wat kleinschaliger.

We wensen iedereen dan ook prettige, vredevolle en gezellige kerstavonden en -dagen … en houd de grinchen buiten.

En wat …

… doet een mens dan die noodgedwongen aan TV, laptop en telefoon gebonden zit? Die kijkt TV … of die prutst.

Luc kijkt TV. Hij kijkt sport, zoals het veldrijden van de voorbije dagen, maar hij kijkt ook -halvelings opeenvolgend- naar een feuilleton dat ik maar niks vind. Daarom staat er nu ook een paravent klaar in onze woonkamer. Als hij dat spul die soap opzet, dat klap ik die paravent open.

Prutsen? Dat doe ik. Ik schreef, naar aanleiding van die opmerking van Luc, onmiddellijk een kort kerstverhaal dat ook aanpasbaar is aan andere gelegenheden van het jaar en twee dagen later schreef ik er nog eentje dat me beter beviel, dat bizar genoeg ook bij andere gelegenheden kan passen. Voorlopig zijn die niet publiceerbaar. Dat kan pas als ik er klaar voor ben. Er moet nog wat aan geschaafd en gevijld worden. En dan nog … Moest je weten hoeveel overwegen het me heeft gekost om indertijd dat log over Jut te posten …

En concepten! Die staan nu ook netjes in een wachtrij voor dagen dat ik niet weet wat schrijven. Dat is altijd handig om een voorraadje te hebben.

Wat deed ik nog? Die zijbalk beviel me niet meer. Die nam ik ook eens onder handen. Sommige dingen vlogen er af, andere werden aangepast …

… al liep/loopt dat ook niet altijd van een leien dakje. “Op deze dag in het verleden” … hoe ellenlang werd dat wel niet na méér dan 20 jaar. Ik beperkte ze tot vijf jaar en voorzag “See all …” wat dus niet blijkt te werken. Ach ja, een mens kan niet alles hebben.

Dit is niet oké!

En nu ga ik mekkeren, mopperen, zagen en/of … noem het zoals je wil maar ik heb er genoeg van, genoeg van al die betuttelaars die om hun brood te verdienen de kranten vol schrijven over dingen die we niet mogen, die we verkeerd doen en die we moeten.

Nu gaat het weer over het drinken. Ah ja, het is bijna feestperiode, dan moeten ze dat toch nog wat kunnen verzuren. En dat is niet oké.

Om te beginnen vind ik dat “niet oké” al helemaal niet oké. Van waar komt die uitermate kinderachtige uitdrukking? Wanneer viel het me op? In de tijd van Ray?

En dan dat drinken. Drink ik zoveel? Ah bah neen. Drink ik nooit? Ook niet.

Ik drink niet alle dagen alcohol, ik kom niet aan tien glazen alcohol per week, wat stoort het me dan? De vraag:

(…) maar hoe beperk je je alcoholgebruik?”

misschien? Ocharm de mensen die na een stressvolle werkdag ’s avonds vol plezier een ontspannend biertje of wijntje degusteren.

Ik lees zo nooit artikels over comazuipen ter voorkoming. Ze staan wel in de gazet als het nog maar eens verkeerd afloopt. Maar daar helpt geen betuttelend vingertje tegen. Daarvoor moeten ze met hun vuist op tafel slaan!

____________________
1 Het Nieuwsblad

De voorbereidingen

Kerstkaarten stuurden we dit jaar niet. Ooit begon ik er zelf mee. Ik kocht mooie kaarten, schreef een gedichtje en verzond. Jaar op jaar kregen wij minder kaarten en ik dacht: “Ach ja, daar doe ik het toch niet voor”.

Nu dacht ik: “Op de kaarten die we krijgen, zenden we wel een kaart terug”. We hadden er nog vier van vorig jaar en nu hebben we er nog één.

Kerstkoekjes bakte ik niet. Ik wou gisteren wel het deeg klaar maken en vandaag bakken. Maar gisterenochtend had ik ambras met Baskuul. Mag het iets meer zijn madam? Een beetje dwarsig besloot ik geen kerstkoekjes te bakken. Dat doe ik maandag wel, tegen dat Zoneke komt.

“Wat eten we met kerstavond?” vroeg Luc. Ik overdacht het menu, veegde het van tafel en zei: “Niks!” Natuurlijk eten we wel met kerstavond en ik deed een voorstel. Luc was onmiddellijk akkoord.

We maken gewoon een kerstbuffet met hapjes en we eten als we zin hebben al is het zeven keer vandaag.

Morgen met Kerstmis zelf staat er wel wat op het menu, die champignons haalden we -zoals gezegd- gisteren bij het afhalen van een pakje.

En de kerstsfeer? Dat zeemzoete van de kerstperiode wordt gevoed door de herinneringen die mensen in de loop van hun leven met kerstmis opbouwden. Als ik dan hoor vertellen wat kerstmis hoort te zijn: samen met familie, kadootjes onder de boom en op de zetel hangen en een film kijken, dan doen wij het zo slecht nog niet.

Prettige kerstdagen!

De kleine geste

Dat het hem in de kleine dingen zit …

Het kan gebeuren in deze wereld die compleet op zijn kop staat dat ne mens zich voorziet om geen boodschappen te moeten doen tot de eerste week van januari, tot ne mens vieze goesting krijgt in bakken en tot de conclusie komt dat het klaargemaakt bladerdeeg in supermarkten altijd rond blijkt te zijn of te duur voor wat het is bij een bakker-patissier.

Waarop ne mens het in zijn kop krijgt: “waarom maak ik het niet zelf?”, waarop diezelfde mens bedenkt dat ze toch altijd margarine gebruiken en geen boter.

Waarop ne mens bij de lokale patatten- en appelteler iets laat vallen over die boter vermits ze er toch eieren en spruiten verkopen ook.

Waarop de teelster zegt: “Wacht even”, haar garage induikt en ne mens verwezen achterlaat, waarop ze even later buitenkomt met een pak boter dat ze zelf kocht en zegt: “ik had er nog eentje in de diepvriezer”.

Ne mens zou der effenaf ondersteboven van geraken … ware het niet dat die vrouw ons eerder ook al eens op verrassende manier verrast had.

Oei! Nu verraad ik toch dat ik ne mens ben …

Mijn ampoulekes verstoord

Zeg ik tegen mijn -bijna 15-jarige- kleindochter: “Argh! Dat ouder worden heeft toch zijn nadelen. Ik verlies mijn evenwicht als ik mijn jeans aantrek”.

Zegt mijn -bijna 15-jarige- kleindochter: “Ah! Maar ik doe dat al zittend”.

Dat is natuurlijk ook een optie. Ik probeerde het ondertussen al maar het bevalt me niet, maar daar gaat het hier niet om.

Of het me bevalt of niet, het feit dat ik mijn evenwicht verlies als ik op één poot staand probeer mijn andere poot in een broekspijp te krijgen zonder om te vallen is volgens mij een achteruitgang in de toestand.

Zegt mijn -bijna 15-jarige- kleindochter: “Ah! Maar dat komt door uw oren” waarop een uitleg volgt over ampullaorganen die zich in mijn oren zouden bevinden.

En ik maar denken dat het door bijgekomen gewicht was.

En ik maar hopen dat het terug in orde zou komen.

Toen en nu

Ergens in de jaren ’70:

    Ik trouw en op het trouwfeest ’s avonds brengt de bureauchef behalve zijn vrouw ook zijn kinderen mee. Iedereen fluistert er over. Iedereen is het er over eens: “dat doe je niet”.

    Kinderen waren in die tijd wel aanwezig in het gemeentehuis, in de kerk en eventueel de receptie. Daarna gingen ze naar huis of werden opgehaald. Het avondfeest was voor volwassenen.

Nu:

    Een koppel dat op hun uitnodigingen aangaf, geen kinderen te willen op hun trouw heeft een koppel met kinderen naar huis gestuurd1, zit nu met een ruzie in de familie en hun trouwfeest was zo een beetje naar de botten.

    Ze vraagt zich op Reddit af of zij nu een slecht mens is.

Ik ga geen discussie starten over het wel of niet aanwezig zijn van kinderen, maar ik zou me niet afvragen of ik een slecht mens ben. Het stond op de uitnodiging. Diegene die daar tegenin gaat met het gedacht dat men toch niets zal durven zeggen -zoals men dat in de jaren ’70 oploste- en dan gaat staan discussiëren, dàt is een rot mens.

Wat nog? Die familie die me niet zou willen kennen nà zo een voorval konden voor mij ook rustig blijven waar ze waren.

1 Het Laatste Nieuws

Het is zover!

Een verhaal voor Kerstmis

Sedert die dag dat ik besloot nooit nog op commando om een aangetekende zending te rijden, heb ik dat ook niet meer gedaan. Het gaf nooit problemen aangezien het gangbaar is dat een schrijven én per gewone post wordt gebracht én per aangetekende wordt aangeboden.

Een evenement of twee geleden lag er bij ons thuiskomen toch een nota in de brievenbus -op mijn naam- maar geen brief die een aangetekend schrijven zou verantwoorden.

“Foert!” dacht ik. “Alles is in orde” zei ik. We negeerden het bericht.

Vorige week vrijdag lag er een gewone brief in de bus, meldende dat we op een bewuste dag niet thuis waren en dat we ook het aangetekend schrijven niet afhaalden.

Een gewone brief? Niets van. De mannen die normaal bruine enveloppen met een vensterke sturen -in Nederland zijn die blijkbaar blauw- schrijven geen gewone brieven.

Ze waren niet akkoord met onze aangifte. We moesten die staven, maar dat binnen de maand vanaf de datum van dat aangetekend schrijven. Uiteindelijk betrof het een zaak voor Luc. Die heeft in zeven haasten alle nodige papieren bij elkaar gezocht. We hebben die omslag met die papieren vorige zondag persoonlijk in hun brievenbus gestopt.

Op woensdag lag er een nota in onze brievenbus. We hadden weer een aangetekende. En dat terwijl wij hier geen van beiden de postbode hadden horen aanbellen. Niet moeilijk! De batterij van de bel was leeg. Na een beetje gefoeter en een nieuwe batterij in die bel, besloten wij deze keer toch maar langs de post te passeren. Je weet nooit wat ze nog voor ons in petto hadden.

Zij weer! Jawel. Bewijzen geweigerd. Iemand is daar zeer naarstig aan het werk. Post die ze op maandag pas ontvangen, op woensdag al beantwoord bij ons?

Nu ze eens een keer snel zijn, is het ook niet goed.

Euforische kerstsfeer

Jaar na jaar, sedert ik volwassen werd, heb ik me afgevraagd waarom ik die fameus opgehemelde kerstsfeer niet kan voelen. Want neen, dat doe ik niet. De dag na kerst heb ik steeds weer het ontgoochelde gevoel van: “het is weer niet gelukt, volgend jaar beter”.

Niet alleen met Kerstmis heb ik dat. Ook met mijn verjaardag of andere dagen waarvan ik verwacht dat ze een bepaalde sfeer zouden oproepen die ze uiteindelijk niet oproepen.

Ik ben er uit. Ik weet hoe het komt. Alles draait gewoon om herinneringen. Een kind neemt dingen in zich op en die blijven de rest van een mensenleven hangen. En dat is ook zo voor Kerstmis. Het is wat je als kind ervaren hebt, dat maakt dat je uitkijkt naar het feest.

Ik heb dus die herinneringen niet, noch aan prettige kerstdagen, noch aan geslaagde verjaardagen. Dat ligt nu helemaal achter mij. Ik heb er geen problemen meer mee, behalve dat er ook niets was dat kon blijven hangen. Vandaar dus.

Nieuwjaar! Dat is wat anders! We spoorden, toen ik kind was, het hele land rond om grootouders, tantes en nonkels een gelukkig nieuwjaar te gaan wensen. En al vind ik nu dat de tantes en nonkels ook tot bij de grootouders hadden kunnen komen zodat we niet de ganse dag aan het sporen waren geweest, het had iets. Iets dat wel blijven hangen is.

Op die eerste dag van het jaar zag ik mijn grootouders, één van de keer of vier en mijn tantes en nonkels die ik misschien één keer per het jaar zag omdat wij te ver af woonden.

Nu is het morgen Kerstmis. Zoneke en Querida komen tegen de avond. Ze brengen Amke en Ella mee. En Nitro brengen ze ook mee. Nu staat er een kerstboom. En het zal gezellig zijn, zoals het altijd gezellig is als ze komen, ook de andere dagen van het jaar, al staat er dan geen kerstboom.

Page 1 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén