Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Page 6 of 1184

Aan de boorden van de Leie

Het stond al een hele tijd op de agenda. Vanaf vorige week, 27 september zou er een “prestigieuze tentoonstelling” doorgaan in het Mudel1 in Deinze: “Emile Claus. Prins van het luminisme2“. En daar wilden we toch naartoe.

Maar aangezien we toen zo maar pas van onze vakantie terug waren en gezien we die eerste dage een grote toeloop verwachten, hadden we dat maar op gisteren gepland.

Maar het is een beetje gek om alleen voor één tentoonstelling naar Deinze te rijden, dus wou ik ondertussen ook maar eens in het Museum Dhondt-Dhaenens3 binnenstappen. Bovendien was dat museum al om tien uur open en moesten we zo lang niet bij Starbucks zitten koekeloeren, aangezien we, met het oog op de Brusselse Ring al om iets voor negen in Wetteren stonden.

Daar wou ik eigenlijk ook al langer naartoe, al sedert ik ooit in een Kringwinkel een boekje van dat museum vond en ik was benieuwd.

(Lees verder onder de foto)

Het museum was klein maar het had wel wat te bieden, zodat ik me ter plekke inschreef op hun nieuwsbrief.

Daarna, om 11u bezochten we Mudel.

(Lees verder onder de foto)

Dat was veel groter en het viel me op dat Emile Claus toch wel heel wat werken had gemaakt, veelal met de omstreken van de Leie als onderwerp.

En omdat het toch in de buurt was deden we daarna ook het Roger Raveelmuseum4 aan.

(Lees verder onder de foto)

Ik had nog niet zoveel werk van Roger Raveel gezien, wist niet wat ik mocht verwachten, maar zolang we niet gingen kijken, konden we ook geen oordeel vellen.

Tussen al die musumabezoeken in hebben we ook nog de lokale horeca gespijsd en daarna zijn we deze keer toch maar over het Viaduct van Vilvoorde teruggekomen. Dààr ga ik niks over zeggen.

Feit is dat we ver na zessen thuis waren, dan nog gegeten hebben en dat ik pas laat aan het schrijven dezes ben begonnen. Het is er aan te zien.

Wat de foto’s betreft weet ik niet of die het blog gaan halen, hier of elders, of niet. Dat zal ik beslissen als ik er een klare kijk op heb. Want nu vind ik die drie musea, van buiten gezien, erg op elkaar lijken.

____________________
1 Het Nieuwsblad
2 Mudel
3 Museum Dhondt-Dhaenens
4 Roger Raveelmuseum

De sleutel

Het was nieuw. Het was verrassend en verontrustend. We moesten niet inchecken, dat hadden we online al gedaan. En de sleutel? Die zat in de app en als die groen was konden we gewoon het huisje in.

Ik houd mijn telefoon voor het slot, druk op de sleutel, mijn telefoon -of was het het slot- bromt, ik draai het slot los en sta binnen.

En dan deel ik de sleutel met Luc. Ook dat lukte zonder dat we ervoor naar de receptie moesten.

En we installeren ons …

“Er wordt op de ruit geklopt” zegt Luc. En ja, daar staat een vrouw te wenken dat ik moet komen.

Als ik de deur open zegt ze dat ze de buren zijn en het slot niet open krijgen. En al stond er in de e-mail dat je in dat geval de receptie kon contacteren, vraagt ze of ik hen wil helpen.

Maar die man wil zijn telefoon niet loslaten -wat ik ergens begrijp- maar hij luistert niet naar mijn uitleg, houdt die telefoon veel te schuin, staat hardnekkig op die toets te drukken, wacht niet lang genoeg en ergert zich. Kort gezegd, hij maakt iets dat poepsimpel is, hopeloos ingewikkeld.

Die vrouw, die achter mij staat, spreekt er één van de wegenwerkers -die daar doende zijn met een paar herstellingen- op aan, die met een handzwaai aangeeft dat hij daar niks van weet.

Ik denk dan dat je, als je geholpen wil worden, niet moeilijk moet gaan gaan doen en wil al weggaan en hen in hun sop gaar laten koken, als ik de brom van het slot hoor en de man kijkt alsof hij het warm water heeft uitgevonden.

Zonder woorden gaan ze hun huisje binnen, wij het onze, ook zonder woorden. Ach, waarschijnlijk waren zij ook duf van een lange rit.

Maar wat wel overblijft is het onbehaaglijk gevoel dat je te kijk zit, met die twee kleine raampjes aan de voorzijde, het grote vensterraam/deur aan de zijkant en de kleine raampjes aan de achterzijde.

We hebben gedurende ons volledige verblijf de overgordijnen van die raampjes aan de voorzijde dicht gelaten omdat we het gevoel haten van op straat te zitten.

Ouder worden loont

Het was weer zover. De e-mail die ons verwittigde dat we ons zwemabonnement konden vernieuwen kwam op 17 september.

We hadden nog wel efkes tijd tot 17 oktober, maar als je vroeger verlengt kost het minder. En toch zijn we niet onmiddellijk in de auto gesprongen.

Ik had namelijk iets gezien op de website. Als ik wachtte tot in oktober moest ik ineens maar de helft betalen.

En dat is wel een kadooke dat kan tellen.

Het licht

Na een lange autorit

    -die wat werd opgevrolijkt door google maps die ons ineens van de B236 wegstuurde om 6 minuten te winnen. Maar wat die winst ons gekost heeft is niet te geloven. Zigzaggend van dorp naar dorp en met een constant concentreren op dat schermke was er niet veel plezier aan-

kwamen we toch exact op de berekende tijd op onze bestemming aan. De Brasserie zou open zijn vanaf 13u en wij zouden daar gaan lunchen.

(Lees verder onder de foto)

’t Is maar dat ge ’t weet!


Er was iemand achter de bar en ook in de keuken was bedrijvigheid.

Veel volk was er niet. Een kleine uk brabbelde iets tegen mij maar ik verstond hem niet, waarop de grootmoeder -denk ik- me vertelde dat ze uit België kwamen. Waarop ik antwoordde: “wij ook” en “nu net” en “en nu gaan wij iets eten”.

Waarop ze vroeg: “Kan je hier eten ook?”

Het antwoord lag volgens mij gewoon voor de hand maar op dat moment was ik wat te suf van de rit om het absurde van de vraag in te zien, maar ik heb gewoon “ja” gezegd en we hebben met de app besteld.

Wij bekijken alles altijd op voorhand, de kaart van die Brasserie staat zelfs op internet en als je geen internet gebruikt kan je het toch nog altijd aan de mensen vragen die daar bezig zijn want iets te drinken hadden ze dus wel besteld.

Ze hebben er niet gegeten. Wij wel. En daarna voelde ik me helemaal niet suf meer.

Start!

Het adres dat men aangaf voor het vertrek van een wandeling was dat van een parking die enkel toegelaten was voor de bezoekers van een brasserie/restaurant die/dat permanent gesloten was.

Er stond één auto op. En toen wij onze wandelschoenen hadden aangetrokken en wegstapten stonden er twee. Nah!

Toen we terugkwamen stond die parking vol.

Verhuizen voor je vijftiende

Toen ik vroeger aangaf dat ik me nergens thuis voelde omdat ik al zo vaak was verhuisd kon iedereen wel straffer. Toen ik vroeger vertelde dat ik al meerdere scholen had gehad, hadden anderen er veel meer. Ik hield ermee op, met dat te zeggen.

En nu lees ik dat verhuizen voor je vijftiende later meer kans op depressies geeft1. Heb ik een depressie? Ik denk het niet. Maar ik kan me nooit ergens echt thuis voelen, nooit en nergens. Ik kan gewoon nergens aarden.

Weet je, op onze zolder, staat een muur van bananendozen … voor het geval van een volgende verhuis.

En mijn reiskoffer? Die is nooit leeg. Het meeste gaat wel weer in de kast, maar dingen die ik op volgende mini-vakantie nodig heb, blijven er gewoon in. Heb ik ze nodig, kan ik ze evengoed uit de koffer halen dan uit de kast.

Te gek voor woorden? Ik weet het. Maar het is de aard van het beestje.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Nummerplaten

Nu we zowat overal met allerlei kwaadaardige voorvallen te maken krijgen lezen en/of horen we meer en meer de raad om nummerplaten te noteren.

En toen ik dat las moest ik efkes grinniken, al was het eigenlijk maar een licht snuiven. Want nummerplaten noteren dat heb ik jaren en jaren gedaan.

Dat was ooit begonnen toen ik nog een klein mske was en ik iets raars had opgemerkt en het thuis vertelde en mijn vader me vroeg of ik de nummerplaat had gezien. Toen dat niet zo bleek, zei hij dat ik dat altijd moest toen, wat er ook gebeurde, iets raar, iets erg, iets onbegrijpelijk. Mijn vader was namelijk rijkswachter.

En ik deed dat. Jaren en jaren lang. Uiteindelijk zat dat zo ingebakken dat ik dat automatisch ging doen en bleef doorgaan toen ik getrouwd was. Niet dat ik echt met een notablokje rondliep maar ik had een erg goed geheugen.

Wanneer ik er mee stopte weet ik eigenlijk niet. Dat is ook wel al jaren geleden, aangezien ik me niet kan herinneren dat ik ooit één van die nummerplaten met een cijfer vooraan heb onthouden.

Misschien moet ik er weer mee beginnen, maar ik vrees dat ik nu wél een notablokje zou kunnen gebruiken. Het idee alleen al … dat ik dat ook nog eens in mijn hoofd zou moeten gaan steken.

Uitgelichte afbeelding:

Het kussen van den Aldi

Het begon me op te vallen dat ik ongemakkelijk zat in onze auto, zowat ineengedoken en ik zei dat ik wel een kussen in mijn rug zou kunnen verdragen.

Daarna begon het me te storen dat dat ongemak wat gevoelig was op wegen met de macadamwegen met die naden en ik zei dat ik wel een kussen onder mij zou kunnen verdragen.

En toen wist Luc te vertellen dat er kussens in de folder van de Aldi stonden. En wij togen naar onze Aldi. Wat vonden we niet? Die kussens. “Die zullen uitverkocht zijn” zuchtte Luc.

We zijn daarna, in het passeren, in een andere Aldi gaan kijken, waar er ook geen kussens waren en dan, ook in het passeren, in nog een andere Aldi gaan kijken, waar we ook geen kussens tegenkwamen.

Daar lagen wel folders en ik ging die eens bekijken. En weet je wat? Die actie begon pas de zaterdag daarop!

“Jamaar” zegt Luc “die datum staat alleen op de linker pagina”.

***

Waarom dat kussen nu van bij Aldi moest komen is eigenlijk gewoon een uitproberen dat, bij ons, in het verleden al meermaals tot goeie resultaten heeft geleid.

Zo heeft ons eerste broodoventje van bij Lidl, dat we kochten om het zelf bakken uit te proberen, langer dienst gedaan dan zijn opvolgers van de meer geroemde merken.

En ook onze eerste airfryer van bij Action hebben we nog, al hebben we nu ook een meer gesofisticeerde. Maar twee airfryers is wel handig als je bezoek hebt.

***

Over dat kussen kan ik voorlopig nog niet veel zeggen. Ik heb het nog maar zo een anderhalve week, maar het is een feit dat ik geen kussen in mijn rug meer nodig heb sedert ik wat hoger zit. Dus voorlopig bevalt het best.

In de vitrine

De bovenzijde van één van de ‘oude’ kasten is een glazenkast. Daarin staan de hummelkes en een bronzen Ambiorix(ke).

Maar daar staan ook nog een paar andere dingetjes in. Zo is er het kleine paardje. Dat is al heel oud en dateert van indertijd toen ik welpenleidster was. Op een regenachtige dag waren we aan de slag gegaan met klei. En Dirk, zo heette het welpke, had een mooi paardje gemaakt. En dat zei ik hem ook.

“Als je het mooi vindt, mag je het hebben” zo zei hij. Want bij hen thuis was het helemaal modern ingericht en mochten er geen prullen binnen. “Als ik van jou was” zei hij ook nog “zou ik het zwart verven”. Dat heb ik gedaan.

Iets jonger is het snoezig sneeuwmanneke dat Zoon in de kleuterklas maakte. Die is geweldig, dat vind ik nog altijd en die kan ik ook met plezier bekijken. En als ik er de plumeau over haal schudt hij met zijn koppeke.

Ergens daarna vond Zoon een voorhistorische bijl, zo zei hij. Die heb ik ook gehouden en al is ze niet direct zichtbaar, ze ligt er.

Minder in trek is de gipsen hond die Zoon maakte in het zesde leerjaar. Dat is zo wat bandwerk, maar zo lang die hond niet blaft …

En er is het scheef boerke. Die is zo scheef dat hij moet leunen. En die leunt tegen de voorhistorische bijl. Vandaar dat ge die niet ziet liggen.

Wat is er nu zo belangrijk aan die spullekes? De herinneringen?

Nikkel

“We hebben maar één eurostuk meer in de kas voor de rommelmarkt” zei Luc “ik ga in de Colruyt vragen om een briefke te wisselen. “Dat moet je niet doen” zei ik “die vragen zelf om wisselgeld”.

Waar al dat nikkel naartoe gaat, ik zou het niet weten. We hebben ook al gehad dat iemand een boek wil betalen met een briefje van 50€. Daar moet je ook op voorzien zijn. Op de rommelmarkt zou ik weigeren. Ik stel wel altijd voor omdat met de bankapp te regelen, maar niet iedereen is daar voor in.

We gingen dus naar Aldi en Luc zegt: “ik ga bij Aldi vragen om een briefke te wisselen. “Dat moet je niet doen” zei ik “die winkels hebben zelf een nikkeltekort”.

En dan komen we aan de kassa. En wat vraagt Luc? Hij vraagt of ze geen briefke wil wisselen in nikkel. En wat zegt die kassierster? Dat kan niet want ze hebben zelf een nikkeltekort”.

En wat zei ik? Dat wilt ge écht niet weten …

Page 6 of 1184

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén