Toen het tijd was voor Slow en mskes dagelijkse wandeling, zag de lucht zwart. En ze overwogen om die wandeling uit te stellen tot na de bui. Maar toen ze enkele kleine, minuscule sneeuwvlokjes zagen, besloten ze toch om er door te gaan.
En ze gingen de berg op en waren sneller dan verwacht aan de appelhangaar. Daar namen ze de betonweg zonder naam die hen naar het uiteinde van deze straat moest brengen en het hagelde lichtjes, kleine bollekes wit die een prettig geluid maakten op de stof van mskes wintervest. En Slow lachte, want mske had haar goretex mutske op en hij vindt haar daarmee snoezig, een mening die mske absoluut niet deelt.
En ze zagen hopen en hopen en hopen sneeuwklokjes in de taluds staan terwijl er hier in de bloemenbak maar één staat.
En net toen ze bijna thuis waren begon de kerkklok te kleppen. En alhoewel het een mooi geluid is als je ergens zit, vindt mske het een vervelend geluid om op te stappen omdat het lijkt of die het ritme wil aangeven waardoor mske zich dan in een optocht waant.
En daarna heeft het een paar keer heel erg hard gesneeuwd, maar daar is niets van blijven liggen.
En alhoewel het er eerst naar uitzag dat de wandelingen hier beperkt waren, blijken er bij elke tocht nieuwe mogelijkheden op te doemen. Ze moeten enkel opletten voor kleine paadjes want die lopen gewoonlijk dood.
Wat denkte daarvan?