“Ze zijn aan het wandelen” zei Slow “nu moeten ze nog 110km”.
mske, die meestal naar de laatste kilometers gaat kijken, dacht dat ze nog een pozeke verder kon werken aan haar dossier. Toen ze vermoedde dat ze er zowat moesten gaan zijn, aan kilometer 20 wel te verstaan, want als ze er al waren, moest ze niet meer kijken, ging ze naar de living.
“Hoe ver moeten ze nog?” vroeg mske. Slow zuchtte en zei:”we gaan eerst eten want dat wordt kwart voor zeven eer die aankomen”.
mske berekende efkes stillekes dat ze na het eten, haar dossier ook nog kon af krijgen.
“Hoe zit het met de slampampers?” vroeg ze. “Nog twintig kilometer” zei Slow en mske plofte bij hem in de zetel.
Over een perfecte timing gesproken.
Wat denkte daarvan?