“Ik zal straks het monument van de gesneuvelden fotograferen” zei Slow “we gaan nu eerst iets drinken”.
Hij begon de straat over te steken richting cafeetje rechtover de kerk en mske haperde even, wou iets zeggen, schudde haar hoofd en slikte in wat er in haar was opgekomen en ze volgde hem.
Het was namelijk dit eigenste cafeetje dat haar altijd een afkeer van welk café dan ook had doen hebben. Dat kwam doordat moe daar indertijd zo op gekafferd had, omdat de mannen van het dorp “naa de mis” gingen. Zowel in de betekenis van naar de mis (de “r” wordt er in dit geval niet uitgesproken), als nà de mis.
Dat je op sommige zondagen, als de kerkdeur bleef openstaan vanwege de warmte, de cafégangers en tooghangers tot in de kerk kon horen zal er ook wel niet veel goed aan gedaan hebben.
mske heeft het cafeetje dan ook al die tijd als de bron van alle kwaad bekeken.
Het is een gezellig cafeeke, dat nog niet is aangetast door de moderne trend van overal een taverne willen van te maken. Het was er koel en de mensen vriendelijk.
Als ze terug gaan voor de foto van het oorlogsmonument … moe of niet moe, kerkdeur open of kerkdeur toe!
Juffrouw Tik
07-08-2007, 16:19:25
uit uw verhaal klinkt zowel het heden als het verleden. in sommige gevallen pijnlijk maar de vergankelijke tijd heeft het toch iets verzacht.
op uw vraag: de paster is een puur toeval.
eerlijk? ja.
http://dark-and-light.skynetblogs.be
Chili & Pepper