Het begon met een gaping. Tussen twee kasseien van het koerke zag mske een opening. “Wat is dat?” dacht ze toen ze merkte dat een kassei lager gezakt was en los zat.
Toen vroeg Slow op een dag: “Vind jij niet dat ons koerke precies bergop begint te liggen?” en ze keken het eens na. Op drie plaatsen zijn er van die verzakkingen. mske vindt het zelfs niet meer doenlijk om op haar klompen in het donker over het koerke te lopen.
Dat koerke is blijkbaar jaloers op het dak, nochtans het is nog niet aan de beurt.
Wat denkte daarvan?