Een dorpke heeft maar een bepaald aantal toegangswegen en dat geldt dan zowel voor straten als voor veldwegen.

Zodoende kwamen Slow bij hun stapke van zaterdag, dat wat langer was om de afstand wat op te drijven, weer aan de vliegerkes voorbij om bij de zeker-en-vast-kersenboomgaard rechts af te slaan richting straat. Die straat is op dat ogenblik de kortste weg naar huis.

Nadeel van die straat is dat die geen voetpad heeft. Zodoende lopen Slow en mske in dat geval links op de rijbaan, mooi achter mekaar. Daar kwam zaterdag toch ene met zo een zwart blitsmasjien die berg op, die ging gans in het midden rijden en de bestuurder zwaaide nogal hevig. mske vond dat het nogal agressief overkwam terwijl Slow dacht dat de man zich vergiste en dacht dat hij hen kende.

De volgende was geen zwart blitsmasjien, die ging niet in midden rijden en bovendien reed die tegen de haag af, haag waar mske zich op dat ogenblik bevond. “Wel verdraaid” foeterde mske terwijl ze in de haag dook. Gelukkig was dat geen doornhaag, maar dat interesseerde haar op dat ogenblik niet zo. De auto passeerde op zo een 10cm van haar boezem en ze trok nog eens extra haar voeten in ook. Toen zag ze de vrouw wat zeggen tegen de bestuurder en hoorde ze Slow brullen.

Het leek wel of mske verdoofd was, ze kroop uit de haag en draaide zich naar Slow die in het midden van de baan stond te foeteren tegen de vertragende auto. “Het is de zon” zei Slow “die staat te laag en zeker als ze die berg oprijden”.

Er komt geen volgende keer meer, want volgende keer gaan ze niet de logica volgen maar gaan ze, eens ze de vliegerkes voorbij zijn aan de zeker-en-vast-kersenboomgaard:

• rechtsaf richting straat, maar steken ze de straat over waardoor ze in het verzopen land terecht komen. Daar kunnen ze dan wel langs de hoger gelegen boomgaard door maar dat doet mske niet graag omdat ze denkt dat de eigenaar dat ook niet graag zal hebben. Maar zelfs, als ze ooit eens tegen een boze appelboer oplopen en door de modder moeten waden zijn moddervoeten nog altijd verkieslijker dan weggemaaid te worden door ene die denkt dat hij die haag moet snoeien.
• rechtdoor, waar ze dan de keuze hebben:
  • langs de bergafveldweg waar ze ook de laagstaande zon hebben en waar er ook auto’s kunnen komen, maar daar is een veld om in te springen.
  • langs het straatje, waar ze riskeren een valse hond aan hun kleren of een kleine klawieter van meer lawijt dan hond aan hun been te krijgen.

“Zo kort tegen de haag was dat nu ook niet” zei Slow, al gaf hij toe dat hij vreesde dat de auto over zijn voeten zou rijden. Tja, Slow heeft nu eenmaal grotere voeten dan mske maar een boezem heeft hij niet.