Als ik bepaalde veelgebruikte uitdrukkingen zie, zoals: “op een bedje van …” dan vraag ik me af wat de oorspronkelijke bedenker vindt van deze kopieerders.
Dat er meer dan één iemand op het idee kan komen, dat weten we ook wel. Dat ondervonden we al.
Zo wou Kozzeke eens, heel lang geleden, deelnemen aan een jeugdkwis op de TV. Daarvoor moest hij een introductiebrief schrijven, een soort CV om zo te zeggen. Hij vroeg me of ik dat voor hem wou doen.
Kozzeke nam deel. En hij vertelde hoe ze hem hadden gevraagd of hij de andere deelneemster kende. Niet? Dat was eigenaardig, want ze had precies dezelfde brief geschreven, niet helemaal woordelijk maar toch zo goed als.
Als ik nog verder denk, was er nog vroeger ook nog zo een voorval. Ik was een jaar of 17 en was met mijn vriendin en de respectievelijke lieven op de Druivenfeesten. Hoe het zo kwam, we waren zoals het zeventienjarigen betaamt, onnozelheden aan het vertellen en we kwamen op bepaalde kruisingen uit, waarop ik ineens zei dat je met bepaalde kruisingen een koekeloerepoezewoefke kon voortbrengen.
Daarna is ze dat hele gedoe en die ganse avond vergeten natuurlijk tot een poos terug het woord koekeloerepoezewoefke opdook op internet. Het is zelfs in het Vlaams Woordenboek vermeld. Er wordt zelfs bij gezegd dat het ooit ontstond door kruisingen.
Niet dat ik dat woord ga claimen als door mij uitgevonden, ik wijt het eerder aan het toeval.
bea
Toeval of misschien had je het onbewust ergens opgevangen. Ik herinner mij dat ik als kind ooit een woord zei (weet nu niet meer welk woord) en jaren later werd het woord door iedereen gebruikt en staat het zelfs in het woordenboek. Waarschijnlijk zal ik dat ook onbewust eens gehoord hebben, al dacht ik dat het een eigen uitvinding was Verdikke, nu ga ik gans den dag denken welk woord dat was.
oma moetje
Dat woord ken ik al héél lang als koosnaampje. “Kom in mijn armen mijn koekeloerepoezewoefke” als 1 voorbeeld Maar allé, nu ken ik de uitvinder ervan ;°))