Zij zei tegen mij dat jij zei tegen hij dat zij iets zei over mij.
Dit hier staat al zo lang in concept dat ik er eens korte metten mee wil maken. Op het ogenblik dat zoiets zich voordoet heb ik geen zin om het er over te hebben en als het zich niet voordoet vind ik dat het er helemaal niet toe doet. Maar ondertussen is het toch maar geschreven. Zodoende ga ik het vandaag maar eens over roddelen hebben.
Soms kan ik met mijn ellebogen voelen dat er achter mijn rug om gepraat wordt. En wie ga ik dan eerst verdenken? Diegene die het tegen mij ook doet. Nu ja, ook als er niet achter mijn rug over mij gepraat wordt, of ik heb er geen weet van, vraag ik me bij een roddelende medemens ook onmiddellijk af: “wat vertel jij dan over mij?”
Nu wil ik eerst een onderscheid maken. Want als iemand me iets vertelt dat zich effectief heeft voorgedaan, dan vind ik dat geen roddelen. Dat is dat een kennisgeving. Soms niet bepaald eentje die ik absoluut wil weten, meestal zelfs niet, maar toch, het is gebeurd. Of het kwaadaardig bedoeld is of niet heeft hier niet echt veel belang, want daar is dan mijn persoonlijke interpretatie om het op te vangen.
Waar ik het wel van krijg, zijn van die ongefundeerde beweringen die je aan geen waarheid kan staven. Als het over mij gaat denk ik meestal: “zolang ze over mij praten, praten ze niet over een ander”. Of anders verwoord: “waarom zou je je ergeren aan mensen die er niet toe doen”.
Maar dat is niet altijd zo gemakkelijk hé.
Mirjam Kakelbont
Het zal me jeuken wat mensen in het dorp over me zeggen. Ze kunnen beter over me praten dan bij me kunnen eten Ik ben in Rotterdam opgegroeid. Dan kijk je nergens meer van op…
Groetjes Kakel
liliane
Het waren te wensen dat alle met hun gebreken zich zelf bekeken, dan zouden ze het laten van andere te praten.