Denkelijk zat ik in het vierde of vijfde leerjaar toen de leidsters van de chiro op een avond bij ons aanbelden en aan mijn moeder vroegen of ze geen kookouders wilden zijn. Dat moest ze nog in beraad houden aangezien mijn vader niet thuis was.

Maar het was eigenlijk al duidelijk dat de zaak beklonken was, toen ze vroeg hoe het in zijn werk ging en ook hoe het zat met de voorraden en de aankopen.

Dat was blijkbaar geen probleem, volgens de hoofdleidster, want er bestond een nieuwe winkel, die enkel verkocht aan kleinhandels en jeugdbewegingen e.d. Je kon er ook zomaar niet binnen lopen, je had een kaart nodig. De winkel heette Makro.

Jaren later hoorde ik wel eens één of andere zeggen: “Oh maar, ik heb een kaart van de Makro” en echt waar, in dat gezegde klonk toch telkens weer een zekere vorm van stoefen door.

Eens getrouwd konden wij, als we dat wilden, óók naar de Makro. Mijn ex kon de kaart van het werk gebruiken. Nu erg veel hebben we daar geen gebruik van gemaakt; de weg naar Machelen was nu ook niet echt de vlotste te noemen.

Toen ik zelf een zaak had, kreeg ik zelf een Makro-kaart, twee zelfs. Maar we reden dan wel naar Luik.

Maar de Makro was de Makro niet meer. Iedereen kon zo’n kaart bekomen. Iedereen kon er binnen maar er was zoveel interesse niet meer. Dat kon ook niet min, de rekken waren keer op keer minder gevuld en het aanbod werd kleiner en kleiner …

En de Makro ging failliet1.

pske van mske:

    En nu was het de bedoeling om er hier een wat gelijklopend verhaal aan vast te knopen, maar ik heb het maar in twee delen voorzien. De andere episode is voor later.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/01/10/makro-failliet/