Lang geleden kwam Broer thuis met de mededeling dat ze hem in de kleuterschool hadden gezegd dat hij niet “weps” mocht zeggen. En moe legde uit dat er nog dialectwoorden waren waar het eind niet van klopte zoals bij “heps”.

Groot was Broer’s verbijstering, toen hij daarna, fier als een gieter binnenkwam, zijn hand opende en zei: “kijk eens, ik heb een rusp gevonden” en iedereen verbeterde “rups”, al zei moe eigenlijk: “doe die vuiligheid buiten”.