Ook nog zoiets, zijn campings. De mensen die met een caravan op reis gaan, moeten ’s nachts ook ergens staan. Dus kwamen er campings. Die campinguitbaters hebben in het seizoen veel werk met het aanduiden van staanplaatsen, het in orde houden van de camping en de controle.

Dus zijn stacaravans mooi meegenomen: een vast inkomen en de aanwezigheid van de uitbater is niet altijd vereist.

Hoe meer stacaravans hoe groter het inkomen en hoe minder wisselende klanten, wat dus minder werk meebrengt.

Dus sluiten vele campings overeenkomsten met verkopers van een bepaald merk van stacaravans, zodat de mensen die een stacaravan kopen, direct aan een bepaalde camping gebonden zijn of als je op een bepaalde camping wil staan, je verplicht wordt van bij de caravanverkoper achter het hoekske een caravan te kopen.

En de echte trekkers? Hoe dikwijls staan die niet op een mooie namiddag of avond op een camping waar ze uiteindelijk niet kunnen blijven bij gebrek aan een uitbater?