Ze waren 17. De scholen waren nog niet gemengd al begon dat hier en daar al bij een vooruitstrevende school. Ze waren met 15 en zaten bij de nonnekes.

Aan de muur hing een prikbord en daar hadden ze allemaal een fotootje op geprikt van toen ze beebie waren. Allemaal, behalve één, die had geen fotootje van toen ze beebietje was en had er dan maar een foto van Gust op geprikt.

Op het einde van het jaar gingen ze naar London. En ze amuseerden zich te pletter.

Bij het bekijken van het wisselen van de Koninklijke Wacht stond er wat een verder een troepje luidruchtige jongens die trachtte hun aandacht te trekken, wat nu net precies de omgekeerde reactie teweeg bracht, want in die tijd wilden meisjes geen wild opdringerige knul die dacht dat de wereld aan-je-weet-wel-wat hing. Ze negeerden de groep volledig. Maar opdringerig zou opdringerig niet zijn als ze daar geen oplossing voor vonden. Haantje-de-voorste stapte op hen af en zei: “ik zie dat je een foto van me hebben genomen, dit is mijn adres, dan kan je die opsturen”. En hij gaf het adres aan het meest stille en teruggetrokken meisje van de klas, eigenlijk was die wel een heel klein beetje veel saai, zodat de anderen onmiddellijk wisten dat er geen grein waarheid in school.

Terug in de klas wisselden ze de foto’s uit en nergens maar dan ook nergens was er ook maar een schijn van de knul te bekennen en ineens, plots kwam de ingeving, ze keken naar het prikbord, haalden Gust er af en stuurden die foto naar het gekregen adres.

Ze hebben nooit geweten of dit hem voorzichtiger gestemd heeft tegenover brave meisjes met een engelengezicht.