Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Hoe komt ne mens op zowiet?

Het gesprek ging over een hoogst interessant onderwerp, namelijk wat mske zou doen mocht ze zo eens de erg grote lottopot winnen. En dat legde ze uit aan Zoneke. Het hoe en wat gaan we hier niet uit de doeken doen, kwestie van anderen niet op ’t gedacht te brengen en zelf niet achter het net te vissen moest het er ooit van komen.

In elk geval zei mske in dat gesprek tegen te Zoneke: “Maar jawel! Daar wat verder dan jullie! Ooit was er nog een … allee tedorie toch, hoe heetten die nu ook alweer?” Maar Zoneke wist niet waarover ze het had.

En over die “hoe heetten die nu ook alweer” gaan we verder gaan, dat van die lotto is verder niet interessant niet meer.

“Slow” vroeg mske “hoe heetten die nu ook alweer?” maar Slow wist niet waarover ze het had.

mske weet dat, als ’t zo op haar tong ligt maar er niet af rolt dat het geen nut heeft om daarover na te denken, want dan komt het toch niet terug, dus liet ze het rusten al stoorde het haar wel.

Toevallig begint ze twee dagen later aan een dossier van Meneer Sloddermans en die zegt iets over ene zeker Monsieur Gauthier.

Tongel! Daar laggem! mske hare nikkel.

“Slow” zei ze “ik weet het! Het is Gonthier!” “Nen dikke merci Meneer Sloddermans” vervolgde mske nog rap. “Ah” zei Slow “dat zijn die met dat manneke met dat zonnehoedje op”. Nu wist hij het wel zenne!

Gonthier! Vroeger viel de gids van Gonthier -volgens mske haar herinnering was dat zo een lange smalle- jaarlijks in de brievenbus maar in die tijd waren er nog geen echte tuincentra, alleen maar wat bloemisten waar je een ruikertje bloemen of een potteke voor moederkesdag kon gaan kopen. Voor ’t serieuze werk moest je bij Gonthier zijn. Die hadden geen winkel en je moest via de catalogus bestellen.

Ergens eind jaren ’70, beginjaren ’80 dook de eerste concurrent op, in de vorm van een reclameblaadje van Bakker, een Nederlandse bollenverkoper, ook via de brievenbus. “Allee nu” had mske gedacht “hoe komen die nu aan ons adres?” Zo rond die periode ook kreeg je de eerste tuincentra en het was als een uitstap om daar eens binnen te stappen.

Zodoende verloor mske Gonthier uit het oog en dacht er niet meer aan tot ze over de lotto begon met Zoneke.

“Bestaan die nog?” vroeg Slow. “Ah ja natuurlijk” zei mske, die dat al gauw had gegoegeld “Gonthier bestaat zeker nog en hun logo is nog altijd het manneke met het zonnehoedje”.

Previous

Hartenjagen

Next

Tante Jutta uit Calcutta

2 Comments

  1. ons vader was ook vaste klant bij gonthier,en daar stonden ook veel tips in,gratis en voor niks,een tijdje geleden dacht ik er ook nog aan,gonthier en boer en tuinder op zondag,waren de groene vingers van toen….
    groene grtjs…

  2. hé ja ,gonthier was het mirakelwoord bij de tuinders “want die hadden de beste zaden”. Alleen waren ze duur en toen Bakker en anderen op de proppen kwamen kreeg Gonthier toch een flinke uppercut te verwerken. De boontjes en worteltjes van de goedkopere concurrenten kwamen ook boven en de opbrengst was even groot en even lekker!!Maar elk jaar werd er toch uitgekeken naar de catalogus van Gonthier want dat was hèt van hèt! Zelf kocht ik vòòr al die tuincentra uit de grond rezen regelmatig bloemen bij Bakker. Prima kwaliteit en dikwijls planten die je elders nog niet zag! Dat doet er me aandenken dat ik seffens eens over en weer ga naar de Boerenbond voor boontjeszaad. De “gelegde” boontjes komen niet boven…wellicht opgevreten door de slakken…

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén