Toen Slow en mske hier kwamen wonen zaten er Bas en Keffer, in het tuintje van hier zowat schuin tegenover. Maar ze hoorden die niet.

Toen ze de omgeving verkenden zagen ze ook Loebas, de gevlekte Deense dog en het klein Scharminkel dat er uitziet alsof het in de pries heeft gestoken, hier enkele huizen verder in de straat. Maar die hoorden ze ook niet.

De boer van het nachtelijk getoeter bleek ook nog de oude Seuzze van een scheper te hebben. Het beest is oud en versleten. En ook hem hoorden Slow en mske niet.

Zo leerden ze één voor één de leden van het hondenbestand van dit klein dorpke kennen en geen van die honden heeft lawaai gemaakt.

Toen kwam er de nieuwbouw.

Toen kwamen er mensen in de nieuwbouw.

Toen kwam er een hond in de nieuwbouw.

Zijn naam is Lawijtmaker.