Het was gisteren begonnen met een haperend geluid in Slow’s bord en toen bleek dat daar een scheur in zat, van ergens in het midden tot de rand. “Weggooien” had mske gezegd, terwijl ze terug dacht aan heel lang geleden ten huize moe.

Toen was er ook een bord met een scheur. Maar moe, zuinig (?) als altijd, wou dat niet wegdoen want het was nog bruikbaar. “Zolang er niks doorlekt [ …]” zei moe. Het bord hield stand, de scheur kreeg een zwarte rand. Va wou uit dat bord niet meer eten en mske maakte er zich vies aan. Toen het bord nog eens bij haar terecht gekomen was en ze daarna de afwas wegzette met dat mottige bord van boven, dacht ze: “’t is de moment”. Ze greep het bord met haar twee handen, hief haar knie en … einde van het bord. Toen had ze het verschrikte gezicht van de boosaardige gezien en wist nog voor ze zich omdraaide dat moe in het deurgat stond. Maar die kon er, blijkbaar voor ene keer, mee lachen.

Vanmiddag stond het bord op mske’s plaats en mske zei: “hé?!” “Niet meer aan gedacht” zei Slow en op mske’s opmerking dat het nog afgewassen was ook, zei hij: “je kan toch geen vuil bord weggoooien”.

Heel even, maar dan ook heel even heeft mske de neiging gehad … en haar knie ook. Maar ze heeft het gewoon op zij gezet.

Zeg nu niet dat hier geen proper mensen wonen, zelfs het vuilnis is afgewassen.