In de cafetaria, die eigenlijk anders genoemd wordt, is er een groot verhoog waar de meeste tafeltjes op staan. In de doorgangen echter zijn er aan de zijkanten ook verhoogjes aangebracht waar de tafeltjes op de rand staan. Zodat je achter het tafeltje gewoon op je stoel kan zitten en voor het tafeltje net als aan de bar kan hangen. Meestal staan daar wel taboeretjes, maar die waren gisteren verdwenen.

Zodoende zat mske op de stoel en hingen Slow, Wachtebroer en Wes aan de kant van de gang.

Vanwaar het meiske ineens opdook, mske zou ’t niet weten, maar ze vond het bizar dat het kind zo raar naar haar keek en dan maar achter Wes ging staan.

Toen Slow zich even verwijderde voor de dingen der natuur, wou het meisje precies ineens onder het tafeltje door duiken en mske dacht: “wil ze nu die stoel of …”

Het meiske kwam naast Wes aan het tafeltje hangen en mske vroeg tussen haar tanden aan Wachtebroer: “zou ik dat kind moeten kennen?”

Het meiske bleef mske zo doordringend aankijken en uiteindelijk stak ze haar hand op en spreidde haar vingers wijd open en zei: “vijvvv”.

Het begon wat lachwekkend te worden, ware het niet dat het wat luguber was, die rare blik, die bezwerende opgestoken hand en die schorre stem.

mske ging wat vragend kijken en het kind zei: “vijvvv pintzzzezzz”.

Nu weet mske wel dat er ooit iemand geweest is die van vijf broden en twee vissen een hele berg vol menigte te eten heeft gegeven, maar ze zag niet in hoe ze van het ene pintje, dat voor Wachtebroer stond, er vijf moest gaan maken om dat kind tevreden te stellen.

Het meiske stak haar hand nog nadrukkelijker naar voor en zei: “vijvvv bonnekes voor pintzzzezzz … Aha, nu waren ze er, mske keek naar de overzijde waar boven het tafeltje in de hoek “drankbonnen” hing en verwees het meiske naar daar.

Wachtebroer kreeg de slappe lach toen mske met een gebaar liet verstaan dat ze dacht dat het kind al meer dan genoeg binnen had en hij gibberde: “je had haar die bierviltjes moeten verkopen”. Wes dacht efkes en lachte: “die zal ook gedacht hebben, wat blijft die nu zitten tetteren?”

Efkes later, nadat Wes buiten een sigaretje had gerookt, zei hij: “poepeloerezat! Ze is daar buiten eerst voorover gestuikt, waarna ze gewoon op haar poep gevallen is, ze hebben haar daar op een stoel gezet”.

“Lang is ze niet blijven zitten” zei mske terwijl ze door het raam het meiske weer languit voorover zag gaan.