Voor zover Murphy het toeliet zijn de voordeur, de achterdeur en alle ramen vervangen. Murphy, voor zijn part, zorgde ervoor dat er nog drie achterblijvers zijn, de lorejas.

Het huis lacht een beetje, d’oogskes fonkelen.

Het laatste wat ze vervingen was dit hier. De deur die geen deur meer is. En wat bleek, het was een moedwillig stuk vreten. Te slecht om deftig uit te breken, we hoorden het glas rinkelen tot hier en mske keek naar Slow en glimlachte bij de herinnering en ze zei: “ocharme, je splinterspiknieuwe ruit”. Het was nog een hele karwei om de nieuwe er in te krijgen, want het huis gaf nog maar één van zijn geheimkes prijs en deze keer konden Slow en mske er echt niet mee lachen.