Ooit ben ik mee geweest naar “Le Village”. Ik werd in de kattenbox gezet en we vertrokken. Ik stond vooraan op de bank tussen de bestuurder en de passagier in. Gedurende het transport heb ik constant met mijn poot door de tralies op mskes hand gezeten. Behalve de stukken die zij reed, want dan zette ze de box anders. Ik vond dat rijden niet leuk!
 
Ginder toegekomen, in die vreemde omgeving heb ik drie dagen onder de sprei van het bed verstopt gezeten. Nadien liep ik daar gewoon rond maar de plaats was te klein en de dingen die leuk waren om mee te spelen kreeg ik niet van Zoneke.
 
Toen mske het dak van haar caravan ging verbouwen, nam ze mij en Mouche, die er intussen bij gekomen was, ook mee. Toen ik die box zag heb ik mij verzet … maar het mocht niet baten.
 
Ik heb drie dagen onder de sprei gezeten … Eurgh!
 
Vorig jaar, na de trouw van Zoneke, heeft mske mij in een vliegende vaart vastgegroebeld, Mouche gepakt én Karboenkel, voor we wisten wàt er gebeurde zaten we in die box, in de auto boven op de bagage gefoefeld.
 
Ik heb drie dagen boven op de badkamerkast gezeten.
 
Toen heeft mske gezegd dat ik niet meer moest omdat ik aanpassingsproblemen had en dat ze in ’t vervolg een thuisoppasser ging zoeken voor ons.