“Potjandorie” zei Zus “zo koud en ik moet daar maandagavond in dat bos gaan staan, ik ga mij thermisch ondergoed kopen”.
“Maar allé” zei mske “waarom kopen? Ik kan in dat van mij toch niet meer in.”
Zus met haperende stem van “wat zegt ze nu”: “maar allé mama, vóór maandag geraak ik bij jou niet meer zenne, met die feesten”.
En mske met berustende stem van “ze zal het ook nooit leren”: “en met wie breng je kerstavond door?”
Ik hoorde Zus’ nikkel vallen tot op de kast.
Wat denkte daarvan?