Meneer de Burgemeester van deze stad,
Slapen … wanneer kunnen we dat?
Want in de feestzaal was het feest,
Daardoor is er wat nachtlawaai geweest.
Telkens als ze met de auto vertrokken
Werd ik brutaal uit mijn slaap getrokken.
Wel drie à vier keer door lallende Walen.
Zijn er bij hen dan geen zalen?
 
Wat zegt U daar nu beste man?
Dat ik ’s morgens blijven liggen kan?
Omdat het vandaag toch zondag is.
Dat heeft U dan wel gruwelijk mis.
Moto’s, moto’s tot de noen
Want ergens was er voor hen iets te doen.
En wie weet hoeveel honderden
Er hier over ons straatje donderden.
 
En siësten nà de noen, ’t was het moment
Had dat gekund, dan waren wij content.
Toen kwam de autozoektocht op de proppen
En de siëst was naar de knoppen.
“Oldtimers” leek wel synoniem
Van gewoon maar knalmachien.
“Prikken” wilden ze allemaal
Op de parking van de zaal.
 
En of het met dat alles niet genoeg was
Begon de schuinbuurman aan zijn gras.
Rond de vijven zoals alle weken.
Het politiereglement niet goed bekeken?
  
Morgen komt de maandag aan,
is het met de zondagrust gedaan.
Kunnen we weer fit en fris
Rusten tot het weekend is.
[© ms – 5 juni 2005]