Op één september ging Amke voor de eerste keer naar school. De bedoeling was dat ze in de voormiddag zou gaan en in de namiddag thuis blijven, maar dat was buiten Amke gerekend. Ze moest en zou in de namiddag terug bij de kindjes gaan spelen en zodoende is ze dan maar de ganse dag geweest.

Op Zonekes vraag: “wat heb je vandaag in ’t schooltje gedaan?” kreeg hij als antwoord: “weetni”.

Toen ze in de loop van de week een liedje zong dat noch Zoneke noch Bollie haar geleerd hadden, vroegen ze of ze dat op school geleerd had. Het antwoord: “weetni”.

Ze zong wel van: “alle kindjes zwemmen in het water” in plaats van “alle eendjes”.

“Logisch” zegt Slow “de eendjes zitten opgehokt”.