Op het einde van het vijfde studiejaar ging mske voor de eerste keer gaan zwemmen. Moe wou onmiddellijk een zwempak maken uit een stuk rood katoen, overschot van de overtrek van het kussen van de rieten zetel. Gelukkig kwam de buurvrouw, die zei dat katoen niet bepaald een stof was voor een badpak, en dat die nu toch zo duur niet waren.

Iemand die nooit voordien in zo een groot waterbassin is geweest, kan dat misschien niet snappen, maar het was overweldigend. De meeste klasgenootjes, mske dus ook, hielden zich dan ook braaf vast aan de kant en bewogen niet meer. De nonnen kwamen niet het water in en zodoende. Dat was zwemmen in het lager onderwijs.

Va ging onder de vakantie ook eens met de kinderen gaan zwemmen. Er was nog iemand bij, maar mske weet niet meer wie of hoe of wat. In elk geval, op een zeker moment greep va mske vast en gooide haar in het midden tussen het diep en het ondiep in. En lachen dat ze deden. En weer liet mske de kant niet meer los. Va was boos omdat ze niet meer vertrouwen had in hem. Snapte hij veel dat mske zich gewoon belachelijk gemaakt voelde.

In de zesde moderne, in die tijd telde dat nog af, was er wel een lerares maar die hield zich enkel bezig met diegenen die konden zwemmen, zodat daar ook al niet al te veel op te steken was. Toen begon mske de zwemband mee te nemen en leerde zichzelf zwemmen met dat ding. Bizarre toevalligheid is wel dat mske die eens moest uitlenen aan één van diegenen die konden zwemmen en wel in opdracht van de onderwijzeres en mske stond daar weer te staan en ineens dacht ze: “foert, ik waag het er op”. Ze heeft de zwemband niet meer nodig gehad. Maar ze zwom met haar hoofd constant boven water.

Ze verhuisden en deze lerares gaf wel les, maar verbeterde nooit het zwemmen zelf. In de zeventiger jaren kwam er dan het zwembad in de gemeente zelf en kon mske al eens gaan als ze er zin in had. Toen begonnen ze ook elke zaterdag voormiddag te gaan zwemmen met va, Broer, Broerke, de boosaardige. En weer moest va mske vast grijpen en in het bad gooien. Ze sloeg met haar nier tegen de rand. mske heeft dus een grondige hekel aan getrek en gesleur en gegooi en gedoe in het zwembad.

Nog later trouwde ze, Zoneke en Zus kwamen en die leerden zwemmen in de school. Ze gingen naar het Wat-was huis wonen en mske ging in het Leuvense zwemmen.

Op een keer kwam Zoneke thuis met de melding dat het schoolzwemmen aangepast was, een moderner vorm had gekregen waardoor het nog gemakkelijker ging en dat ze hem onder water gingen komen filmen om te gebruiken om les te geven.

Toen Zus op kot ging, gingen mske en Zoneke samen en op een keer zei Zoneke: “zeg mama, leer het nu toch eens tegoei”. En hij zei wat mske moest veranderen, alleen kon zij dat met die ademhaling niet geregeld krijgen. Uitermate bizar was, dat toen Zoneke zei: “gebruik mijn zwembril eens” het wel ging. Ze moest nog efkes oefenen op het ademen zelf, maar blijkbaar zat het probleem gewoon in haar ogen die het chloorwater niet goed konden hebben.

Sedert ze hier wonen, gaat mske dus zeer regelmatig zwemmen en blijkbaar kan ze dat heel lang vol houden. Toen ze het echter beu werd om telkens haar voeten op de grond te zetten om zich te draaien, probeerde ze uit het hoofd de vloeiende draaibeweging van de zwemmers na te doen. Het lukte, alleen vond ze dat er daar nog een handbeweging te veel in zat. Maar dat was zo erg nog niet tot vorige week. Toen vond ze die handbeweging er teveel aan, ze vond het net een eendjesmanoeuver.

Dus belde ze haar persoonlijke trainer en die legde het uit. Hij dacht dat hij dat al eens gedaan had, maar dat was voor crawl geweest en dat kan mske niet, dat moet ze ook niet kennen, maar dat draaien wou ze toch tegoei kennen. En hij sprak over de snelheid gebruiken. “Jama Zoon” zei mske “ik heb geen snelheid”.

Vandaag heeft mske dat geoefend. Het ging. Het leek net op wat zij deed maar dan zonder de eendjesbeweging, vlot dus.

Slow vroeg waarom ze dat zo absoluut wou tegoei kennen. “Voor mijn eigen plezier” zei mske. En nu is ze blij dat ze dat kan. De vraag is: “hoe lang gaat ze daarmee content zijn”. En wat gaat het volgende zijn dat ze nog wil kennen. Crawlen? Zus heeft geprobeerd haar dat te leren, maar op die manier lukte het niet. Haar armen vormen geen probleem. Haar benen eigenlijk ook niet. Maar de twee tesamen wel!

Anderzijds vraagt mske zich af of je wel evenveel van de beweging geniet als je gaat crawlen. Die schoolslag voelt toch zo elegant aan, zelfs met al die kilo’s te veel.