Het water was woelig en mske laveerde buiten het bereik van de plezierbootjes en de kadehangers. Ze ging richting normale gang van zaken als het over zwemmen gaat.
Daar was de dame als een sierlijk jacht, alleen was haar golfslag wat te hevig. Dat was opletten geblazen om geen kluts water binnen te krijgen. De onderzeeër moest natuurlijk ook net in die baan zijn, tja die moest ook opletten met al dat gedobber in de jachthaven. mske zag hem onder zich door passeren. Bij één van haar reeksen, tussen de tweede en de derde lengte, moest ze tijdelijk haar anker uitgooien om de ouwe stomer met schroef door te laten, die dwars ging liggen en de normale zeevaartroutes aan zijn laars lapte. Die lapte ook al de rest aan zijn laars. Maar ja een ouwe stomer is zo makkelijk niet te stoppen waarschijnlijk en die gaan ook niet vooruit.
De vrij stuurloze zware aak die dan ook nog efkes wat water wou zien, maakte dat al de anderen mochten beginnen zigzaggen. Uiteindelijk was dat geen aak, want opeens ontpopte die zich als een vliegdekschip en die, die kijken alleen naar boven!
Op hare rug en met zware plompe bewegingen naderde ze. De duikboot, die ondertussen aan de oppervlakte zat haalde het vliegdekschip in en zag mske uit de tegenovergestelde richting komen. Wat nu? Dat werd een aanvaring! Maar hij dook en weer zag mske hem over de bodem scheren. En toen hield ze het voor bekeken want haar lengtes waren op.
En terwijl ze onder de douche stond hoorde ze de man van zijn oren en van zijn neus maken tegen de lesgever die een klein bootje opleidde. Raar dat die kerel ineens in die eerste baan zwom, die had tevoren bij dat gans vrachtverkeer in de derde baan gezeten! Waarschijnlijk hadden ze hem daar niet genoeg gestoord.
Wat denkte daarvan?