“Morgen het fototoestel niet vergeten” beslisten Slow en mske toen ze naar het witte wollige tapijtje voor de deur stonden te kijken. Het mat zo een 50×30 en was een vijftal cm dik. De waterwilg had zich in het weekend nuttig bezig gehouden en het tapijtje was daar het resultaat van.
Op de middag begon hij te sneeuwen. Dichte drommen pluizekes maakten het zicht haast onmogelijk en als je de deur opende stonden ze je op te wachten om snel snel snel binnen te glippen.
“Alle vensters dichthouden” zei de afgevaardigde “anders gaan we hier wat meemaken”. Het meisje kloeg al over jeuk aan haar neus en ze zei dat ze er zeker al vijf had ingeslikt.
En de waterwilg? Hij pluisde voort.
Wat denkte daarvan?