Het woord is hier al dikwijls gevallen. Met “bezigheidstherapie” wordt hier het fenomeen bedoeld dat zich voordoet bij sommige instanties en dat eigenlijk niks met dienstverlening te maken heeft. Het heeft enkel tot doel een bezigheid voor zichzelf te creëren die eigenlijk nutteloos is maar die moet verhinderen dat de dienst wordt opgezegd. Enkele voorbeelden?
Toen Slow jaren geleden korter bij wou werken, meldde hij zich aan bij alle interimkantoren van de grote stad. De avond na één van zijn interimkantoorbezoeken belde die bediende al op, vragende of Slow nog geïnteresseerd was aangezien hij zijn schuif wou opruimen. Slow foeterde wat en zei: “bezigheidstherapie”.
Toen mske na dat bloeden in 2005 ineens tot de constatatie kwam dat haar klantenbestand wel erg geslonken was, toog ze ook naar de interimkantoren ergens hier in de buurt. Een week later moest ze terug langs gaan bij één van hen, ze hadden werk. Feitelijk hadden ze geen werk maar wilden ze enkel haar profiel nog eens overlopen om het te updaten. “Bezigheidstherapie” zei Slow.
“Ze willen dat ik langskom” zei Slow. “Dat kan toch via de telefoon” zei mske. En toch moest hij langsgaan. Het was winter en mske bleef niet in de auto wachten maar ging mee in de wachtzaal, een overvolle wachtzaal waar er minstens twee zaten te hoesten en te kuchen. Ze zijn twee uur weggeweest om een kwartierke binnen te zijn voor iets dat wel degelijk via de telefoon kon afgehandeld worden. “Als we daar nu maar geen hoest of kuch geraapt hebben, dacht mske. “Bezigheidstherapie” zei Slow.
Vorige week was het weer prijs. Er was de brief die er zat aan te komen omdat mske naar de leeftijd neigt waarop ze die brief moest krijgen. Er zat een begeleidend schrijven in, een loopbaanoverzicht, een vragenlijst voor als je vragen had over het loopbaanoverzicht en een raming voor het eventuele pensioen. mske keek natuurlijk eerst en vooral naar die raming en viel bijna plat achterover. Niet dat het te veel was hoor! Integendeel. Ze greep de loopbaanbeschrijving en zag het hiaat, er stond niks van de jaren dat ze zelfstandige was. “Niks vragen via de vragenlijst!” dacht mske, nam de telefoon en belde op. Deze brief gold enkel het privatieve gedeelte van mskes loopbaan. Maar de dame ging een brief schrijven aan diegene die de raming moet uitvoeren over het zelfstandige gedeelte, een brief waarin staat dat ze de raming over het zelfstandige gedeelte moeten opmaken en aan mske zenden. Bovendien gaat ze ook een kopie van haar eigen brief aan mske sturen. “Wat een hoop geschrijf om uiteindelijk niks te weten” zei mske. “Bezigheidstherapie” zei Slow.
onbegrijpelijke
Hey,
Ja idd, bezigheidstherapie. Ge zou u afvragen of die diensten niks anders te doen hebben hé
onbegrijpelijke
olive
niks anders te doen? hihi, dat is wát ze doen