Ik hoorde Lucs stem. Hij sprak met iemand achter het huis. Hij kwam binnen en zei: “nu dacht ik even dat het onweer er aankwam”.
Blijkbaar had de poort gerammeld en omdat het nog steeds zonnig was, was hij gaan kijken en had het groepje meisjesgidsen gezien. Die hadden blijkbaar gepicknickt en er niets beter op gevonden dan met de steenslag van de overzijde onze poort te bekogelen. Hij had hen gevraagd daarmee te stoppen.
Even later hoorde ik hem wat bozig weer iets zeggen, gevolgd door een gejoel en een lachen.
Tijd om me er mee te bemoeien dus. Al wat je wil maar mijn lief moeten ze niet pesten.
Ik liep de poort uit en vroeg: “wie is hier de leidinggevende?” Ze deden alsof ik het niet tegen hen had, waarop ik mijn vraag herhaalde. Ze waren onmiddellijk al heel wat minder stoer, integendeel. Mja, ze zegden het me al, ik kijk nogal streng. Haast schoorvoetend vertelden ze dat er geen leidinggevende bij was.
Dus kwam de oude Akela in mij nog maar eens tot leven. Ik vertelde hen waar scouting voor stond, wees op het zooitje dat ze hadden achtergelaten en vroeg ze waar ze naartoe moesten.
Ze moesten naar het volgende dorp. Ik zei dat ik, hadden ze nu normaal gedaan, hen geholpen zou hebben, maar dat ze het nu maar moesten uitzoeken en liefst zo snel mogelijk.
Zo … opgelost.
Achteraf bedacht ik dat ik het beter anders had aangepakt, dat ik hen een borstel had moeten geven, hun rommel laten opruimen en hen dan had moeten zeggen hoe ze moesten lopen, erbij vermeldend dat dat in mijn ogen pas scouting was.
Ik weet het aan mijn leeftijd en de eventuele verzuring die daarmee gepaard gaat.
Benjamín
Niets verzuring. Je hebt hen heel terecht de mantel uitgeveegd.
bea
Je deed dat goed, potverdorie, heel goed zelfs! Alhoewel…had je er toch eerder aan gedacht om ze een veegborstel in hun handen te draaien
liliane
Je had ze zo de weg moeten wijzen
“eerste staat links, tweede straat links derde straat links, en dan de vierde staat links”ha ha o