Wie gaat er nu nog graag buiten zo ’s avonds na de zevenen?
Dat dacht ik er gisteren ook van. Nochtans had ik gezegd dat we zouden gaan. Dus gingen we. Het was een uitverkoop van bibliotheekboeken in een dorpje dat we niet gaan noemen. Ik had allerlei bezwaren aangevoerd om niet te gaan, waarvan bovenstaande er één was.
Maar toen ze op ROB begonnen over organisaties van VOKA om de mensen naar buiten te lokken dacht ik dat ik daar VOKA niet voor nodig had. We gingen.
We waren een kwartier te vroeg. Het gebouw was een gemeentehuis met bibliotheek zoals er vroeger zoveel waren en het was er uitermate donker, zowel binnen als buiten. Na een vijftal minuten kwam er een auto gereden. Een vrouw stapte uit, begaf zich naar de donkere deur en ging binnen.
Het bleef donker. “Wie met wat in de bibliotheek?” vroeg ik. “Elektriciteitspanne” zei Slow. Er kwam een auto gereden, een man.
Om acht uur stapten we uit. Ondertussen was er nog een auto met drie boekengegadigden aangekomen. “Ze hebben de elektriciteit al afgesloten” vertelde de vrouw, maar de man die ter hulp was gesneld, was naar huis … om pitslampen.
Ik drukte mijn Flashlight-X aan en er was licht in de duisternis. Niet te veel maar toch genoeg om boeken te zien.
Veel bezoekers waren er niet. Als we willen mogen we vrijdagnamiddag terug gaan, in de namiddag, dan is het nog niet donker.
Misschien doen we dat wel, als de verwarmingsinstallateurs op tijd klaar zijn.
Benjamín
Een uitstekende oefening voor de verduisteringen die er straks misschien zitten aan te komen.
Mirjam Kakelbont
Ik ben nog nooit in het pikkedonker in een bibliotheek geweest. Jij wel Toch verstandig dat je de zaklamp had meegenomen.